Renée Römkens benoemd tot bijzonder hoogleraar Gender Based Violence
Renée Römkens gaat zich als bijzonder hoogleraar aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA) richten op gender en geweld. Het gaat om een nieuwe leerstoel die is ingesteld door de UvA in samenspraak met de Raad van Toezicht van Atria.
De focus ligt op het analyseren van ontwikkelingen in de regulering van gendergerelateerd geweld als een schending van mensenrechten én als een vorm van seksediscriminatie. Ook kijkt Römkens naar de verschuivingen in de manier waarop de relatie tussen geweld en gender inhoud krijgt in beleid en regelgeving, maar ook in het maatschappelijk debat. De nadruk van de aanstelling ligt op onderzoek, maar zij zal ook gastcolleges geven aan de UvA.
Haar proefschrift Gewoon geweld? (UvA, 1992, cum laude) was het eerste onderzoek in Europa naar de omvang, aard, achtergronden en gevolgen van geweld tegen vrouwen in heteroseksuele relaties. Sindsdien heeft Römkens als onderzoeker en gasthoogleraar nationaal en internationaal onderzoek gedaan naar geweld tegen (en van) vrouwen.
Geweld tegen vrouwen
In Nederland heeft 45% van alle vrouwen ouder dan 15 jaar ooit te maken gehad met lichamelijk en/of seksueel geweld, blijkt uit het meest recente onderzoek van het Agency for Fundamental Rights (FRA). Ook internationaal is gendergerelateerd geweld op de agenda gekomen. Zo is het sinds 1986 door de VN gekwalificeerd als een schending van mensenrechten. Ook is het Europees Verdrag inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (de zogenoemde Istanbul Conventie uit 2011) het afgelopen jaar in Nederland in werking getreden (maart 2016).
Over Renée Römkens
Römkens is sinds 2012 directeur-bestuurder van Atria en als onderzoeker werkzaam bij Atria. Voor die tijd was zij verbonden aan Tilburg University, sinds 2008 als hoogleraar Interpersoonlijk Geweld. Ze was als gastonderzoeker werkzaam aan onder meer Columbia University (New York), New York University, University of Cape Town en University of the Western Cape.
In Europees verband bekleedt ze verschillende (wetenschappelijke) adviesfuncties. Zo is zij lid van het European Network of Gender Experts, expert-adviseur voor het Fundamental Right Agency en expert-adviseur voor het European Institute on Gender Equality. Van 2009 tot 2011 was zij tevens wetenschappelijk adviseur van de Commissie voor de Istanbul Conventie van de Raad van Europa.