Portret van een traditioneel gezin tijdens de coronacrisis

onderzoek Portret van een traditioneel gezin tijdens de coronacrisis

Hoe combineren ouders werk, zorg en (thuis)onderwijs in tijden van corona? Atria en Bureau Omlo hebben onderzoek gedaan naar de impact van corona op de rolverdeling binnen verschillende gezinnen in Nederland. Peter (41) en Hannah (37) zijn 11,5 jaar getrouwd en hebben samen vier kinderen: een jongen van 1,5, een jongen van 5 en twee meisjes van 7 en 9. Het gezin woont in Apeldoorn. Hannah heeft een mbo-opleiding gedaan en heeft een vaste baan in de zorg. Peter heeft een hbo-studie afgerond en is als rijksambtenaar eveneens in vaste dienst.

Rolverdeling voor de crisis

Voor de coronacrisis zijn de rolpatronen binnen dit gezin duidelijk verdeeld en is er sprake van een traditionele rolverdeling. Hannah noemt Peter expliciet de “kostwinner”. Hij verdient met zijn fulltimeaanstelling van 36 uur het grootste deel van het inkomen, terwijl Hannah een parttimebaan van 8 uur heeft. Hannah is steeds minder gaan werken naarmate het aantal kinderen toenam:

“Hoe meer kinderen we kregen, hoe minder ik ben gaan werken. Bij de oudste werkte ik 24 uur en dat werd bij de tweede 16 uur. En bij de derde probeerde ik het met 16 uur maar toen ging ik echt gigantisch de mist in. Dat werd hem niet. Dus toen ben ik teruggegaan naar 8 uur”. (Hannah)

Peter kon op doordeweekse dagen duidelijk minder betekenen in de opvoeding en in het huishouden dan Hannah. Hij werkte 5 dagen in de week waarvan anderhalve dag thuis. Op de andere dagen vertrok Peter geregeld vroeg van huis en was hij pas weer rond etenstijd thuis. Hannah werkt sinds twee jaar alleen nog maar vanuit huis. Ze verdeelde haar werk over twee doordeweekse dagen en soms werkte ze ook in de avonduren.

Structuur en regelmaat

Het gezin kenmerkte zich door een zekere structuur en regelmaat. Zo vertelt Hannah hoe ze bijvoorbeeld elke maandag na het wakker worden gelijk de wasmachine aanzette, dan de kinderen verzorgde, klaarmaakte en naar school bracht om vervolgens thuis te starten met de “vervelendste dingen: de badkamer en het toilet schoonmaken”. Daarna dronk Hannah een kop koffie. Ondertussen liep haar jongste zoon van anderhalf de hele dag om haar heen. Tussen de bedrijven door wierp ze ook een blik op haar werkmail, probeerde ze voor haarzelf op een rij te krijgen wat er die week moest gebeuren om op basis daarvan een planning op te stellen. Om 12.00 uur nam ze de tijd om te lunchen met haar zoon waarna hij toe was aan zijn middagslaapje. Dat gaf Hannah de mogelijkheid om e-mails te beantwoorden en werk-gerelateerde telefoontjes te plegen. Later in de middag haalde ze haar kinderen van school.

Opvoeding in “eigen beheer”

Er werd geen gebruik gemaakt van opvang bij opa’s en oma’s, die overigens in goede gezondheid verkeren en geen mantelzorg nodig hebben. Ook van opvangmogelijkheden bij een kinderopvang heeft het gezin nooit gebruik gemaakt. Hannah geeft hiervoor twee redenen. In de eerste plaats houdt ze de opvoeding graag in “eigen beheer”, omdat het bij een kinderopvang vooraf niet duidelijk is welke mensen betrokken zijn rondom de opvoeding van haar kinderen en welke opvoedingsstijl zij hanteren. In de tweede plaats legt ze uit dat ze hierin ook gevormd is door haar christelijke opvoeding:

“Het komt ook door het christelijke gedachtenperspectief. Dat is mij wel altijd zo bijgebracht. Ik vind niet per se dat het zo moet, maar het is wel iets dat mij met de paplepel is ingegoten van zo hoort het. Nou sta ik daar niet altijd zo achter, maar sommige dingen blijven je toch altijd wel achtervolgen zoals het calvinistische gedachtegoed, ten minste bij mij wel. Ik vind het wel prima.” (Hannah)

Bovendien vindt Hannah het fijn om thuis te zijn. Haar prioriteit ligt bij het gezin. Sinds ze met de geboorte van haar derde kind ook minder is gaan werken, geeft het haar de mogelijkheid om met andere mensen contact te hebben, actief te zijn op de school van haar kinderen en betekenisvol te zijn voor de kerk.

Veranderende mogelijkheden rondom ouderschapsverlof

De rolpatronen in het gezin zijn “vanzelf” ontstaan en gegroeid. Hierover is geen discussie, strijd of onderhandeling aan vooraf gegaan. Peter heeft overigens niet altijd alle doordeweekse dagen gewerkt. Tot een jaar of twee geleden heeft Peter ouderschapsverlof gehad. Dat was in die jaren aantrekkelijk, omdat hij daar financieel niet veel voor hoefde in te leveren. Peter was dan een dag in de week thuis. Hannah was op die dagen niet thuis maar aan het werk op kantoor. Ondertussen zorgde Peter voor de kinderen, kookte hij het avondeten en deed hij het huishouden. Rondom de komst van het vierde kind besloten Peter en Hannah om te stoppen met het ouderschapsverlof. Financieel was het minder aantrekkelijk geworden. Doordat Peter de ene week soms wat meer werkt, kan hij de week erna wat meer thuis zijn. Zij vindt dat hij “ruim aanwezig” is thuis en genoeg tijd heeft om met de kinderen “leuke dingen” te doen. Peter legt in dit verband uit dat hij op de avonden dat Hannah werkte zelf ook geregeld werkte. Deze overuren compenseerde hij door een dag vrij te nemen in de week:

“Als ik dan een lange dag had gemaakt, bijvoorbeeld omdat ik ‘s maandags naar Tilburg of ergens ver weg moest, en Hannah dan ’s avonds ging werken, dan ging ik ook nog even naar boven om te werken. Waarom zou ik dan op de bank gaan zitten, terwijl Hannah nog aan het werk is? Dan werkte ik zo’n 14 uur op een maandag. En op dinsdag nog een keer tien uur, dan hoef je je de rest van de week geen zorgen meer te maken of je je uren wel maakt. Of ik was daardoor zelfs op vrijdag vrij, omdat je werk voor die week echt klaar was”. (Peter)

Waar Peter nog een dag in de week kookte toen hij ouderschapsverlof kon opnemen, kookte Hannah de laatste jaren altijd behalve als er pannenkoeken gemaakt moesten worden.

Rolverdeling tijdens de crisis

De coronacrisis heeft enkele veranderingen teweeggebracht in de rolverdeling in het gezin. Zo heeft Hannah in de zorg in de eerste vier weken van de coronacrisis haar werkuren verdubbeld: van 8 naar 16 uur. Peter werkte alleen nog maar thuis en moest daarnaast meer tijd met de kinderen doorbrengen vanwege de uitbreiding in uren van Hannah. Hoewel hij er niet bewust mee bezig was, heeft hij een grotere rol in de opvoeding gekregen doordat hij beduidend meer tijd doorbracht met zijn kinderen. Peter probeerde ondertussen zijn werkuren zoveel mogelijk te maken door extra vroeg op te staan en direct te beginnen met werken. In de eerste twee weken werkte hij alle avonden door tot laat in de avond. Verder kwam Peter al vrij snel tot de conclusie dat het werk van Hannah voorrang heeft, omdat zij een vitaal beroep heeft.

“Toen heb ik gewoon gezegd: ga jij eerst. Jij moet gewoon je cruciale werk af hebben. Wat nu moet gebeuren dat moet je eerst doen voordat ik aan de slag ga in principe”. (Peter)

Begripvolle werkgevers

Peter kreeg van zijn werkgever begrip voor het feit dat zijn vrouw een vitaal beroep uitoefent en meer moest werken waardoor hij zelf minder uren kon maken. Na twee weken kreeg hij, door een nieuwe regeling van de rijksoverheid, de mogelijkheid om bijzonder verlof op te nemen en maakte hier dankbaar gebruik van. De situatie leidde ertoe dat Peter in de eerste zeven weken dat de kinderen thuis waren bijna elke werkweek minder uren heeft gemaakt; meerdere keren was dat ongeveer een dag minder dan normaal. Het gaf hem rust, omdat hij daardoor de werkuren in de avond kon laten vallen. Werk blijft liggen, maar daar is begrip voor omdat collega’s weten dat er noodgedwongen tijd doorgebracht wordt met de kinderen.

Ook Hannah voelde steun en begrip van haar werkgever. In haar geval had deze steun betrekking op begrip voor de situatie voor de aanwezigheid van kinderen op de achtergrond op momenten dat er telefonisch contact was en dat er begrip is voor de tijdstippen waarop ze werkt. “Er werd gelijk gewoon gezegd: ‘we realiseren ons ook dat niet alles mogelijk is, en geef dat ook duidelijk aan’”. Ook werd er tijdens team overleggen gepolst hoe het met iedereen ging en in hoeverre medewerkers erin slaagden het werk te combineren met de thuissituatie. De steun van hun werkgevers en de verlofregeling gaf hen beiden rust. Waar het initiatief tot het bieden van steun bij Hannah bij de werkgever lag, heeft Peter bij zijn werkgever zelf initiatief genomen om de knelpunten te bespreken in de hoop zo formele steun te vinden.

Geen discussie, strijd of ruzie over nieuwe rolverdeling

Ook aan deze nieuwe rolverdeling zijn geen discussies, strijd of ruzie voorafgegaan. Beide partners laten weten dat de rolverdeling min of meer “vanzelf” tot stand kwam. Alleen in het begin is er overleg geweest wie wanneer werkt. Het gemak waarmee de taakverdeling tot stand kwam heeft te maken met het gegeven dat Hannah graag bezig is in huis en er belang aan hecht om een grote rol in de opvoeding te spelen.  Daarnaast biedt de voltijdsbaan van Peter in de beleving van beide partners weinig ruimte om de taken anders te verdelen. Hannah stelt zich hierin begripvol op en andersom hield Peter in de eerste weken rekening met Hannah dat haar werkzaamheden voorrang hebben op zijn werk, omdat ze een vitaal beroep heeft. Verder heeft de eerdergenoemde begripvolle houding van de werkgevers geholpen in het omgaan met de uitdagingen die de crisis aan het gezin stelde.

Combinatiestress

De nieuwe situatie ging in de eerste weken van de crisis gepaard met combinatiestress bij zowel Peter als Hannah. De stress van Peter lag in het combineren van werk en zorg voor de kinderen. Waar hij voor de crisis alleen “zorgstress” had aan het einde van de middag, is deze nu op verschillende momenten van de dag aanwezig. Hij noemt met name de eerste weken “pittig” en had het gevoel dat hij het laat doorwerken in de avond niet lang kon volhouden: “Op zich ben ik wel een avondmens dus kan ik wel lang doorgaan, maar de boog staat niet altijd gespannen en je gaat steeds later naar bed.” Hij vertelt dat hij geen rustmomenten meer had. De werkdruk was in deze periode hoog, omdat hij minder tijd had dan voorheen en wel verschillende deadlines had. Het doorwerken in de avonden kwam voort uit stress, omdat hij bezorgd was dat hij onvoldoende uren zou maken.

Ondertussen vroeg vooral zijn zoon van vijf jaar veel aandacht. Terwijl de oudste twee kinderen in hun kamers werkten aan hun huiswerk en alleen vragen stelden als ze ergens niet uitkwamen, beleefde hun jongere broertje de situatie heel anders. Hij vond het huiswerk van school niet leuk, verveelde zich enorm en miste zijn vriendjes. Zoals Peter het beeldend verwoordt: “Hij loopt gewoon een beetje met zijn ziel onder zijn arm, omdat hij gewoon niks te doen heeft.”  Gaandeweg heeft Peter wel een manier gevonden om zijn zoon meer tevreden te stellen. Zo brengt hij de nodige tijd met hem door; samen spelen ze met lego en klussen ze in de tuin.

“Wat we hebben gemerkt is dat als ik dus inderdaad tot een uur of 10 heb gewerkt en dan na de koffie tot een uur of twaalf wat tijd met hem doorbreng, dan kan hij zichzelf daarna ook beter vermaken, omdat hij dan even zijn aandacht heeft gehad. Dat is wat we nu de afgelopen week hebben geprobeerd, om dus na de koffie eerst met hem aan de slag te gaan tot de lunch of nog even na de lunch door” (Peter)

Hannah op haar beurt baalde eveneens van de combinatiestress die ze ervaart doordat ze meer werkuren moest zien te combineren met de zorg voor vier kinderen, waaronder ook taken rondom het thuisonderwijs. Ze vertelt dat ze in het begin een gevoel had van “complete controleverlies” en omschrijft deze beginperiode als een kwestie van “overleven”. Net als Peter vertelt ze dat ze haar rustmomenten mist waarin ze tijd voor haarzelf heeft. De combinatiestress heeft enerzijds te maken met het moeten combineren van verschillende rollen, maar heeft anderzijds ook te maken met de onrust, onduidelijkheid en nieuwe uitdagingen bij het invullen van deze rollen. Zo vertelt ze dat “alles op zijn kop stond” op het werk in de zorg, “iedereen was aan het zoeken hoe en wat” er moest gebeuren.

Ondertussen was ze thuis ook zoekende naar haar nieuwe rol en taken in het gezin. “Volkomen uit het niets bleven de kinderen ineens thuis” en “heb je gewoon de hele dag de kinderen om je heen, die nog een leeftijd hebben dat ze begeleiding nodig hebben”. Soms ontstonden er spanningen en ruzies tussen de kinderen en dat stelde Hannah ook voor de nodige uitdagingen. Met de constante aanwezigheid van kinderen in huis veranderde de dagelijkse structuur in haar beleving in sterke mate.

In de verdeling van het huishouden was er niet veel veranderd, waardoor de combinatiedrukte voor Hannah zich nog meer opstapelde. Tot haar frustratie bleef het schoonmaken in huis vaker liggen dan normaal. In onderstaand citaat wordt duidelijk dat de combinatiedrukte diep ingreep op haar leven en resulteerde in stress en verschillende negatieve emoties.

“Nu gebeurt het schoonmaken wel eens 2 of 3 weken niet. Dat levert mij heel soms stress op. Dan denk ik: het moet overal hygiënisch zijn, maar ik kom zelf niet toe thuis aan alle normale dingen, door alle vragen van kinderen die binnenkomen, appjes van school die je moet beantwoorden, al het begeleidend materiaal van school dat je moet verwerken naar de kinderen toe, of vragen van de kinderen waar je school voor nodig hebt. Al die vragen en opdrachten komen de hele dag door binnen. (….) Vooral in het weekend loop je tegen het huishouden aan. Dan zit je op de bank en dan zie je een enorme stofwolk of een raam waar je amper meer door heen kan kijken. Dan denk ik: weer niet aan toe gekomen! (…) Ik raak ook mijn gevoel  van controle kwijt over mijn huishouden en over hoe we leven. Daar werd ik in het begin soms wel onrustig van. (…) Ik zei: hoe moet het nou allemaal, ik weet het gewoon niet! (…) Ik voelde mij gewoon heel onrustig, dat ik niet wist waar het heen ging (….) Dat verlies van controle geeft dus wel eens frustratie. Ik kan dan ook wel behoorlijk uit mijn slof schieten om helemaal niks. Daar mogen dan meerde gezinsleden van meegenieten. Dat is niet altijd wenselijk. Nu wordt dat echt weer minder. In het begin had ik het echt nog sterk. Dan was ik echt aan het zoeken en was ik echt grip op heel mijn leven kwijt.” (Hannah)

Beperkte veranderingen in rolverdeling in het huishouden

Peter schat in dat hij misschien wel iets meer doet in het huishouden dan voor de crisis, doordat hij meer uren thuis is. Hij neemt daarbij geen nieuwe taken op zich, maar de taken die hij voorheen al uitvoerde doet hij nu vaker.

“Het is niet zo dat ik nu de toiletten schoonmaak, dus in die zin is die rolverdeling gelijk gebleven. Je doet misschien wat vaker de taken die je ervoor ook al deed, omdat je thuis bent. (…) Als ik op zaterdag thuis zou zijn, dan zou ik ook diezelfde vaatwasser meepakken (…) In principe doet Hannah bijna het hele huishouden (…) Er ligt nog genoeg in huis met klussen die ik doe. (…) De boodschappen deed ik eerder ook al regelmatig en dat is zo gebleven (….) Voor de rest help je natuurlijk gewoon met tafeldekken, dat soort dingen. Vroeger was ik om kwart voor 6 thuis en soms om 6 uur thuis en dan zaten ze dan soms al te eten. Dan kan je daar dan niet meer mee helpen met tafel dekken. Nu ruim ik de vaatwasser in tussen de middag. Dat soort kleine dingetjes, dat gaat gewoon vanzelf, dan pak je dat mee op omdat je thuis bent. Kinderen naar bed brengen dat doen we meestal ook samen wel, al hoewel ik dat de laatste tijd wel iets vaker doe. Dan doet Hannah de afwas weer. Op zich is die rolverdeling wel gelijk gebleven.” (Peter)

Hannah ervaart zelf helemaal geen verandering in het huishouden, maar rechtvaardigt dit met het argument dat Peter voltijd werkt en dat zij zelf graag bezig is. Bovendien spreekt ze haar waardering uit over hem vanwege de steun die ze van hem krijgt als het gaat om de zorg voor de kinderen. Ook legt ze uit dat zijn aanwezigheid thuis prettig is, omdat het haar de mogelijkheid geeft om Peter erbij te betrekken als zich moeilijke situaties zich voordoen met de kinderen.

“In het huishouden is niks veranderd eigenlijk. Daar vraag ik ook helemaal niet om. En in principe moet Peter nog steeds de volledige werkweek werken, dus is het nog steeds normaal dat hij in wezen hele dagen boven zit. Voor de begeleiding naar de kinderen toe, kan ik hem goed om hulp vragen. En dat doet hij dan ook graag (…) Het geeft mij echt heel veel rust dat als het tot een ontploffing komt met de kinderen, dat ik dan even bij Peter kan aankloppen ” (Hannah).

Crisis levert gezin ook voordelen op

De coronacrisis levert het gezin niet alleen zorgen, drukte en stress op. Hannah legt bijvoorbeeld uit dat ze haar gebruikelijke rustmomenten weliswaar mist, maar ze heeft gaandeweg geleerd dat er op andere delen van de dag mogelijkheden voor rustmomenten zijn. In plaats van om in de ochtend even te zitten en koffie te drinken, deed ze dat dat nu in de middag bij mooi weer als haar kinderen in de tuin speelden. Voor de coronacrisis was ze niet in de gelegenheid om op zo’n tijdstip rust te nemen, onder meer omdat ze dan de kinderen van school moest halen. Een andere positieve ontwikkeling is dat de kinderen weliswaar ruzie maken en frustraties uiten, maar zij hebben ook geleerd om hier mee om te gaan. Doordat de gezinsleden meer op elkaar zijn aangewezen, zijn de banden versterkt. Er is meer onderling begrip en er zijn betere omgangsvormen ontstaan. De kinderen zoeken elkaar meer op en hebben elkaar nodig. Genoemd wordt dat de oudste dochter vaker dan voorheen probeert te helpen in het huishouden. Een ander voordeel van de coronacrisis is dat de sfeer rondom het eten gemoedelijker is. Er hoeft niet snel en gehaast gegeten te worden, want iedereen blijft thuis. Die ontspanning en rust groeide gaandeweg ook in de manier van opvoeden:

De toon die je aan het begin van de dag zet, daar ben ik inmiddels wel achter, die kan de hele dag de boventoon blijven voeren. Onze zoon van 5 is qua gedrag echt wel een heel ander figuurtje dan onze meiden, waarbij toch wel meer vanzelf ging. Daar stoeien we alle twee wel een beetje mee, Peter en ik. Is hij bijzonder? Nee volgens mij niet, het is gewoon een jongen. En daar moeten we mee leren dealen. Ik kan er wel de hele tijd kort bovenop gaan zitten, maar daar wordt het helemaal niet leuker op. Nu geef ik hem meer ruimte. Terwijl normaal, als je heel kort de tijd hebt, dan ben ik nog wel iemand van ‘en nu stoppen, we slaan elkaar niet, klaar!’, bijvoorbeeld. Maar ja, waarom is iemand gaan slaan? Daar kan wel een heel verhaal aan vooraf gaan natuurlijk. Dat zie je nu ook meer. (…) Je komt er dan ook achter, in de loop van de dag, dat je er ook op terug kan komen: vanmorgen hebben we dat besproken, wat hebben we afgesproken? En dan is die afspraak leidend. Dat ben ik niet meer de leidende, we hebben die afspraak.” (Hannah)

Hoewel ze het altijd al belangrijk heeft gevonden, is ze in de eerste periode van de crisis de opvoeding van haar kinderen belangrijker gaan vinden:

“Je voelt nu meer de verantwoordelijkheid. Als ze nu naar school zouden gaan dan voedt de juf ze op. En als ze bij een vriendinnetje gaan spelen, krijgen ze weer iets anders mee. Wat ze nu meekrijgen is alleen vanuit huis. Ik ben mij er wel van bewust geworden dat ze later weer naar school gaan. Ze zijn een paar maanden thuis geweest. Zouden zij daar fijn op terugkijken? In het begin dacht ik: ik weet niet hoe lang het gaat duren, maar we moeten er wel een goede tijd van proberen te maken. Ik ben opvoeding en zorg belangrijker gaan vinden. Ik vond het altijd wel belangrijk. Maar je hebt nu meer tijd om jouw kind zelf te ontdekken, dat vind ik ook wel heel boeiend. Wie is nou mijn kind en wat zijn de eigenschappen? (…). Dat vind ik wel heel leuk” (Hannah).

Omgaan met negatieve emoties, spanningen en stress

Peter en Hannah gebruiken verschillende copingstrategieën om negatieve emoties, spanningen en stress te beperken dan wel te voorkomen. Allebei gebruiken ze geregeld oplossingsgerichte vormen van coping. Als hun zoon ruzie krijgt met zijn zussen omdat zij niet met hem willen spelen, geven ze hem wat extra aandacht en tijd. Een andere keer maken ze gebruik van het aanbod van opa en oma om hun zoon daar te laten logeren. Onder meer om tijd te besparen bestellen ze hun boodschappen online. Eerder zagen we dat Peter in reactie op werkdruk en -stress extra vroeg begint en in de avonden doorwerkte en formele steun vroeg bij zijn werkgever. Ook trek hij zich terug op zolder en zet hij een koptelefoon op zodat hij zich kan afsluiten van het gezin en zich kan concentreren op het werk. Ook naar de kinderen geeft het duidelijkheid. Dat neemt niet weg dat Peter te hulp schiet als er beneden “geschreeuwd of met deuren geslagen wordt”.

Tot slot valt op dat het gezin in reactie op de lockdown heeft gekozen om een vaste dagelijkse structuur en regelmaat aan te houden. De ochtend verloopt bijvoorbeeld als volgt: half acht opstaan, kwart over acht aan tafel voor ontbijt, om negen uur luisteren ze online een Bijbelverhaal via school, daarna gaan ze aan hun schoolwerk, om tien uur wordt er koffie gedronken, Peter speelt vervolgens met hun zoon van vijf en let op de jongste zoon. Hun dochters gaan weer verder met hun huiswerk en om 12.00 wordt er geluncht. Peter en Hannah ervaren de verschillende oplossingsgerichte copingstrategieën als effectief.

Hannah noemt (impliciet) nog verschillende copingstrategieën die in het verhaal van Peter niet aan de orde komen. Hannah heeft bijvoorbeeld na verloop van tijd geleerd om te berusten in de situatie door te accepteren dat het soms simpelweg niet lukt om alles op een dag gedaan te krijgen. Ook noemt ze in dit verband dat ze de gevolgen van corona voor de gezinssituatie heeft geaccepteerd, omdat het weinig zin heeft om je erover op te winden. Hoewel ze soms ook piekert en sombere gedachten heeft, probeert Hannah zichzelf ook gerust te stellen met relativerende, troostende en optimistische gedachten:

“Mijn zusje haar schoonmoeder overleed aan corona. Ik heb van haar de verhalen nu mee gekregen hoe het gegaan is. Ja je wordt echt een stuk milder in zo’n tijd. (…) Toen ze dat vertelde, toen zeiden wij ook echt tegen elkaar van: ‘o wat hebben wij het goed ‘. Dat maakt je zeker wel milder. Ja, dan heb ik het over mijn poetsbeurt die niet gelukt is, om het zo maar eventjes te zeggen. Je leert echt relativeren dan. Ja, als je zoiets overkomt, dat is zoveel erger. Wat mogen we dankbaar zijn dat het ons nog helemaal niet overkomen is” (Hannah)

Hannah noemt verder dat ze ook informele steun zoekt bij lotgenoten, dat wil zeggen andere moeders die in een vergelijkbare situatie zitten. (H)erkenning van ervaren problemen en bewustwording dat Hannah niet de enige is met het probleem helpt haar. Het geeft haar het gevoel dat ze begrepen wordt. “Dat lucht soms ook op en dat geeft ook weer lucht om verder te gaan”.  Daarnaast zoekt ze ook steun in haar geloof:

“Je kan wel eens bang zijn voor iets. Of ergens tegen op zien of denken van: hoe moet dit allemaal qua gezondheid maar ook hoe het in je gezin gaat. Aan de andere kant hoeft er geen paniek te zijn, want je hebt ergens rust. Dat geeft ook wel rust. Je kunt het overgeven. Het ene moment gaat dat natuurlijk makkelijker dan de andere keer. Je hoeft het niet alleen te doen.” (Hannah).

Verwachtingen en wensen voor de toekomst

Het echtpaar heeft nog niet over de toekomst gesproken. Het belangrijkste verschil volgens Peter is dat hij tijdens de coronacrisis vaker thuis is en daardoor bepaalde taken in het huishouden vaker op zich kan nemen dan voor de crisis. Hij kan zich voorstellen dat hij in de toekomt vaker thuis zal werken. Volgens Peter brengt dat als voordeel met zich mee dat er meer flexibiliteit ontstaat in het zorgen voor de kinderen en voor het plannen van andere activiteiten. Bovendien bespaart hij veel reistijd wat hem ook meer rust geeft. Verder geniet hij door het thuiswerken van de extra tijd die hij kan doorbrengen met de kinderen: “Ze trekken ook meer naar je toe. Dat is wel leuk om te zien”.

Hannah verwacht dat ze “gewoon weer terug gaan naar de oude situatie”. Bij de oude situatie hadden ze allebei een goed gevoel, dus Hannah kan er goed mee leven. Ze wil voorlopig ook niet meer uren gaan werken, zoals in de eerste weken van de coronacrisis gebeurde. Het was voor Hannah prettig om betekenisvol te kunnen zijn voor collega’s in de zorg, maar ze ervaart het ook als prettig dat het aantal uren na een paar weken weer kon worden afgebouwd. Dat geeft haar meer rust om werken goed te combineren met de zorg voor kinderen en huishoudelijk taken.

Dit portret is onderdeel van een onderzoek van Atria en Bureau Omlo naar de impact van corona op de rolverdeling binnen verschillende gezinnen in Nederland.  Zie hier het overzicht met de andere portretten van dit onderzoek. 

Beeld: People vector created by pch.vector

Delen:

Gerelateerde artikelen