Portret van een flexibel gezin tijdens de coronacrisis

onderzoek Portret van een flexibel gezin tijdens de coronacrisis

Hoe combineren ouders werk, zorg en (thuis)onderwijs in tijden van corona? Atria en Bureau Omlo hebben onderzoek gedaan naar de impact van corona op de rolverdeling binnen verschillende gezinnen in Nederland. In dit portret staat het gezin van Maarten (49) en Elisa (45) centraal. Maarten en Elisa zijn samenwonend en hebben 26 jaar een relatie. Ze hebben twee zonen, in de leeftijd van 5 en 8 jaar. Het gezin woont in Bunnik. Elisa heeft een universitaire studie gevolgd en is zelfstandig fotograaf. Maarten is eveneens universitair geschoold en is ondernemer in de evenementenbranche. Maarten en Elisa hebben geen migratieachtergrond. 

Rolverdeling voor de crisis

Kenmerkend voor de rolverdeling binnen dit gezin is dat het flexibel is georganiseerd. In plaats van een duidelijke structuur, een vastomlijnde taakverdeling en een vaste dagindeling is er vooral sprake van afwisseling, variatie en veranderlijkheid. Er zijn geen vaste afspraken over de verdeling van taken en de rollen zijn niet heel duidelijk uitgesplitst. Elisa en Maarten vertellen bijvoorbeeld:

“Ik zou ons wel als een flexibel gezin zien. Als een van ons aan het koken is en de telefoon gaat dan neemt de ander het over. De buurman kwam laatst binnen en hij vroeg: ‘koken jullie samen?!’. ‘Ja vandaag wel, ja’, zei ik. Het verschilt bij ons van dag tot dag wie waar zin in heeft en wie denkt: nou begin ik honger te krijgen of ik denk dat de kinderen zo zin hebben in eten, ik ga alvast met het eten beginnen. Lunch en ontbijt doen we eigenlijk nooit samen. (…) Iedereen kijkt gewoon een beetje van: heb ik nu honger, ja of nee? En die pakt dan wat of vraagt wat. Dus we zijn wel een flexibel gezin zou ik zeggen.” (Elisa)

 

“Wij hebben niet een ritme, wij zijn echt een gezin zonder ritme. (…) Wij houden niet van die vastgespijkerde dingen (…) Wij leven niet bij de klok. Thuis wordt er niet op de klok gekeken. (…) Het is ook meestal van: ik kom langs de supermarkt, moet ik even wat halen? Ja, haal maar, neem dit en dit mee. Goed, en zo gaat dat dan. Dus ook met boodschappen hebben we niet een hele vaste prik met dingen. (…) Het is bij ons erg dynamisch” (Maarten).

Flexibel en ontspannen omgaan met rolpatronen

Elisa vertelt dat zij zich niet druk maakt of de boodschappen of de was nog gedaan moeten worden. “Als het komt, dan komt het en als het moet, dan moet het, maar het is niet dat ik daar een overzicht van heb”. Het stel gaat over het algemeen ontspannen om met de verdeling van huishoudelijke taken en de zorg voor de kinderen. “Wie er kookt hangt een beetje af van wie er zin in heeft”.

De aanwezige flexibiliteit betekent niet dat er geen accenten bestaan in de taken die Elisa en Maarten voor hun rekening nemen. Met name de zogenaamde third shift, het organiseren van gezins- en huishoudelijke bezigheden, komt voor de rekening van Elisa. Maarten noemt Elisa de “motor” die het gezin “draaiende houdt” en de “kartrekker” van het gezin. “Dat is gewoon de moeder, waar de jongens op af gaan”. Elisa beaamt dit en stelt dat ze meer met de kinderen “bezig is”. Elisa heeft een verantwoordelijkheidsgevoel voor het stimuleren van positieve emotionele relaties tussen de gezinsleden. Ze kan er ook goed over praten met Maarten, waarbij Elisa vaak het initiatief neemt voor een dergelijk gesprek. Elisa heeft meer een zorgende en geduldige houding naar de kinderen, terwijl Maarten naar eigen zeggen directer en afstandelijker is.

De rollen zijn “historisch zo gegroeid”. Elisa brengt de jongens van jongs af aan naar bed en doet vaak de was. Maarten op zijn beurt onderhoudt bijvoorbeeld de apparatuur in huis en stofzuigt het huis grondig. Elisa maakt het huis schoon met een robot-stofzuiger. Maarten voegt eraan toe dat dit niet betekent dat Elisa nooit met een ouderwetse stofzuiger het huis schoon maakt en het niet betekent dat hij zelf nooit de was doet.

De flexibiliteit is onder meer mogelijk doordat Elisa als zelfstandig fotograaf veel zeggenschap en autonomie heeft over haar werktijden. Die zeggenschap heeft ze met name sinds ze na de geboorte van haar tweede zoon besloot om niet meer te fotograferen bij evenementen maar zich te focussen op het maken van zakelijke portretten. Nu beide kinderen naar school gaan, maakt ze in principe alleen afspraken tijdens de schooltijden. Na haar werk kon Elisa aansluitend de kinderen van school ophalen. Maarten is veel minder flexibel. Het werk is onregelmatig met wisselende werktijden. Ook zijn de werktijden relatief kort van tevoren bekend. Dat maakt hem minder flexibel in het doorbrengen van tijd met zijn kinderen:

“Met evenementen is het de ene keer ’s ochtends om vijf uur beginnen en de andere keer pas ’s middags om 14 uur. En we weten dat die evenementen er wel aankomen maar met een hele hoop dingen bij evenementen weten wij pas een week van tevoren of ze doorgaan in de bezetting zoals wij ze hebben bedacht. En dat maakt mij zeg maar, wat minder flexibel om er voor de jongens veel te zijn.” (Maarten)

Rekening houden met elkaar

Elisa legt uit dat Maarten wel veel thuis is, maar ze kan er niet zomaar vanuit gaan dat hij kan zorgen voor de jongens als ze een keer voor werk naar buiten moet. Als ze een opdracht heeft, vraagt ze daarom eerst aan Maarten of hij een bepaalde datum kan blokkeren in zijn agenda. Wanneer dit niet mogelijk is, vraagt ze een van haar ouders of zij kunnen oppassen. Als er bij hem onverwachts iets tussendoor komt, dan neemt Maarten zelf de verantwoordelijkheid op zich om een oppas te regelen. Meestal is dat dan opa en/of oma. In andere gevallen probeert Maarten eerder naar huis te komen door bepaalde taken te delegeren. In dat geval haalt hij de jongens van school en zorgt hij voor het eten.

De flexibiliteit gaat gepaard met een sterke neiging om met elkaar rekening te houden. Wie welke taken op zich neemt, verloopt vaak ‘natuurlijk’ en gaat volgens het stel “vanzelf”. Dit betekent echter niet dat er nooit pittige gesprekken zijn over taken in huis:

“In het verleden is er zeker over de keuken wel eens een gesprek geweest. Maarten is soms drukker dan andere keren. Op het moment dat hij het heel druk heeft, is het logisch dat ik het doe, maar op het moment dat hij het dan rustig heeft dan is het wel eens moeilijk om het weer op te pakken. Dus dan zeg ik wel eens van: he hallo?! Als je het druk hebt prima. (….) Het wordt moeilijk als ik het laat oplopen, dus op het moment dat ik dat emotioneel breng dan wordt hij er altijd heel stil van. En dan is het ook wel dat we het daar rustig over kunnen hebben. En eigenlijk hebben wij nooit ruzie, gewoon nooit. Ja gelukkig maar. Maar ik bedoel je moet ook af en toe de ruimte hebben, als je emoties hoog oplopen om je emoties te kunnen uiten. En dat kan dan dus ook, en daar voelt die ander zich dan niet zo prettig bij. (…) Weer even pas op de plaats en nadenken over wat je eigenlijk allemaal wel of niet doet en dan pakt hij het gewoon goed op.” (Elisa)

Geen formele opvang, soms informele opvang

Maarten en Elisa hebben nooit gebruik gemaakt van de BSO en de kinderen hebben ook als baby nooit volledig op de crèche gezeten, omdat ze er als ouders belang aan hechten om zelf tijd door te brengen met de kinderen. Door de werkdrukte vroeger wilde ze geen kinderen. Toen ze eenmaal ‘de boel beter op de rit’ hadden, besloten ze alsnog te proberen om kinderen te krijgen. Maarten kan daardoor ook meer thuis zijn en tijd doorbrengen met de jongens. Hij heeft het wel als pittig ervaren, omdat het werk thuis wel door blijft gaan:

“We hebben het ook altijd met z’n tweetjes weten te rooien. Als Elisa dan werk had was ik thuis en visa versa. Zo hebben we het gewoon gedaan en dat was best wel pittig. (…) De telefoon staat niet stil. (…) Je bent wel thuis, maar de wereld weet dat niet. Dus daar moesten wel dingen voor geregeld worden. De evenementen zijn vaak een lange aanloop en naarmate je dichter bij het evenement komt neemt de communicatie snel toe. Dus naarmate het evenement dichterbij komt, wordt het overleg steeds intenser. En dan ben je met de kinderen, dus dat was toch wel pittig.” (Maarten)

Soms maken ze wel gebruik van opvangmogelijkheden bij hun ouders als de werkagenda het niet toelaat om te zorgen voor de kinderen. Maar de mogelijkheden om hun ouders in te schakelen nemen wel af doordat hun ouders er in gezondheid op achteruit gaan.

Rolverdeling tijdens de crisis

Het werk van Elisa is tijdens de coronacrisis stil komen te liggen. Ze heeft geen enkele nieuwe opdracht meer gekregen. Doordat er geen evenementen meer plaats kunnen vinden, heeft Maarten op een enkele opdracht na ook vrijwel geen werk meer. Elisa en Maarten zitten tijdens de crisis allebei thuis. Ze maken dankbaar gebruik van de mogelijkheid om klusjes in en rondom het huis te doen die normaal blijven liggen en om aan zelfstudie te doen via onder meer korte online cursussen. Elisa is verder nieuwe plannen aan het maken voor haar onderneming en denkt ook na hoe ze via social media haar onderneming meer kan profileren. Het wegvallen van werk levert hen geen financiële stress op, omdat ze voorlopig nog beschikken over voldoende financiële buffers. Hoewel er vooralsnog dus geen financiële stress is en ze bij geen nieuw werk het tot het einde van het jaar kunnen “uitzingen”, heeft Maarten voor zijn medewerkers een NOW-regeling aangevraagd die het mogelijk maakt dat zijn personeel voor 90 procent wordt doorbetaald.

Veranderingen in rolverdeling tijdens de crisis

Elisa merkt dat er tijdens de crisis een belangrijk verschil is ontstaan in de rolverdeling. Ze heeft de indruk dat Maarten vaker boodschappen doet en kookt. In algemenere zin ervaart ze dat de rolverdeling meer in balans is gekomen, al is het wel lastig om dit in percentages uit te drukken. De verdeling van taken verliep net als voor de crisis “vanzelf”, hier waren geen discussies voor nodig.

“Als je het in percentages zou zeggen, dan zou ik zeggen dat ik zeker wel meer deed en nu is dat iets meer recht getrokken. Misschien deed ik eerst 70 %. Maar weet je wat ik lastig vind, je hebt toch allemaal zo je eigenlijk voorkeuren van dingen die je doet. Dan lijkt het soms voor degene die het doet van: oh wat doe ik veel. Maar dan blijkt dat Maarten bijvoorbeeld elke ochtend de kippenhokken openmaakt en elke avond de kippen hokken weer dicht doet. En als hij er dan een paar dagen niet is dan denk ik altijd: ‘oh ja, hij maakt ook eigenlijk alle dagen de lunchtrommeltjes klaar’. Dus op zich vind ik dat ook wel lastig, om een getal er op te zetten, maar ik zou zeggen dat ik voor de crisis misschien 75% deed en nu 60%, zoiets (Elisa).

Beschikbaarheid partner geeft rust

Maar voor Elisa is de vraag naar de manier waarop taken precies zijn verdeeld minder belangrijk dan de aanwezigheid en beschikbaarheid van Maarten. Door zijn aanwezigheid thuis, hoeft ze niet steeds beschikbaar te zijn voor de kinderen. Zijn beschikbaarheid geeft haar een “ultiem gevoel”, omdat ze kan “weglopen” als ze daar “zin in heeft” en in de boomgaard kan werken. De wetenschap dat ze er niet alleen voor staat en dat ze niet alleen met de kinderen is, geeft haar “rust” en voorkomt gevoelens van stress.

Vader brengt meer tijd door met de kinderen

Volgens Maarten hebben de veranderingen geen impact op de manier waarop hij en Elisa omgaan met de taken in het huishouden en het zorgen voor de kinderen. Het gezin is nog net zo flexibel als voor de crisis:

“Of er iets is veranderd? Nee, we doen gewoon ons ding. De ene keer dan ruim ik alles op. De andere keer ga ik iets met de jongens doen, naar het speeltuintje aan de overkant en dan kom ik terug en dan heeft Elisa alles op geruimd.” (Maarten)

Toch ziet ook Maarten wel duidelijke verschillen met voor de crisis. Zijn aanwezigheid thuis, in combinatie met het wegvallen van veel werk en de voortdurende aanwezigheid van zijn zonen thuis, leidt ertoe dat hij meer betrokkenheid kan tonen naar hen. Maarten voelt nu ook dat hij de rust en tijd heeft om vaak met zijn kinderen te spelen. Een kentering begint er ook te komen in het naar bed brengen van de kinderen. Waar dit voor de crisis altijd voorbehouden was aan Elisa, doet Maarten dit nu steeds vaker. Als verklaring geeft hij dat hij nu meer tijd heeft om verhalen te vertellen. “Dan willen ze graag dat pappa hen naar bed brengt, want pappa’s verhalen zijn zo leuk.”

Veel tevredenheid

Elisa ervaart tijdens de crisis geen stress. Ze heeft “constant” een “tevreden gevoel” en ervaart de huidige situatie als “heel prettig”. Een verklaring die zij hiervoor geeft is dat ze gewend zijn aan kinderen thuis, omdat ze nooit gebruik hebben gemaakt van kinderopvang. Daarnaast helpt het dat ze een zeer grote tuin hebben met vele speelmogelijkheden voor de kinderen. Ook Maarten spreekt over hun tuin als een speelparadijs voor de kinderen. Hij legt uit dat de tuin 5.000 vierkante meter is met 3 glijbanen, hangmatten, schommels en een enorm speelhuis dat op 2 meter hoogte staat. Hoewel ze soms hun vriendjes missen, genieten hun zonen volop en hebben ze bepaald geen last van de crisis:

“De jongens kunnen echt lekker ravotten hier. En dan hebben we een boomgaard met pruimenbomen, appelbomen, notenbomen, de hele mikmak. Daar kunnen de jongens ook spelen, dus dat is heerlijk. (…) Wij wonen echt buiten, dus de jongens zijn heel veel buiten. We hebben kippen en kuikens. Daar zijn ze ook vaak mee bezig. We hebben dan een broedmachine dus ze zijn daar ook vaak mee bezig. Andere kinderen vinden het ook helemaal fantastisch hier omdat er gewoon zo ontzettend veel vrijheid is.” (Maarten)

Een andere verandering die Elisa rust geeft is het wegvallen van allerlei verplichtingen en tijdsdrukte. Voor de crisis kreeg ze regelmatig stress van, bijvoorbeeld als ze gejaagd het eten moest voorbereiden, de maaltijd moest nuttigen en de kinderen weg moest brengen naar school of de sportvereniging. Zij ervaart tijdens de crisis dat ze niet meer geleefd wordt door allerlei verplichtingen. De crisis biedt in die zin ruimte om nog meer het gewenste flexibele gezin te zijn. Het wegvallen van werk en daaraan gerelateerde stress helpt daarbij ook, omdat ze hierdoor nauwelijks nog op de tijd hoeven te letten.

In plaats van (meer) stress biedt de crisis het gezin juist mogelijkheden om te ontspannen en te genieten. Zo vertelt Elisa dat ze geniet van de tijd die ze met haar kinderen kan doorbrengen en dat ze hierdoor nog beter kan zien hoe de kinderen groeien en ontwikkelen. Maarten geniet ook van de kinderen. Het idee dat ze weer naar school moeten, vindt hij net als Elisa jammer. Dat neemt niet weg dat hij er soms wel “doodmoe” van wordt, omdat ze niet altijd luisteren of niet altijd lekker in hun vel zitten met als gevolg dat er op elkaar wordt afgereageerd. Het logeren bij opa was in die zin ook wel prettig en de kinderen vonden het op hun beurt eveneens “geweldig”.

Geen nieuwe informele steunbronnen

Het gezin heeft geen nieuwe informele bronnen van steun gekregen tijdens de crisis. Maarten en Elisa zorgen volledig zelf voor de kinderen. Zij spelen bijvoorbeeld ook niet bij andere kinderen thuis. Andersom zijn Maarten en Elisa andere ouders wel tot steun door kinderen op te vangen:

“Op een gegeven moment had ik hier 6 kinderen rondlopen en daar deed ik hele leuke dingen mee, terwijl hun ouders allemaal aan het werk waren. En aan het einde van de dag dacht ik dan: ‘volgens mij heb ik de leukste dag gehad van iedereen’. Ik vind dat wel een hele fijne onderbreking als zij een keer in de week komen. Wij hebben een hele grote buitenruimte. Wij hebben weinig regels hier dus er zijn ook altijd heel veel kinderen die bij ons willen spelen. En eigenlijk geniet ik daar ook wel van. En dan denk ik: ‘nou dan ondersteun ik de andere ouders die wel gewoon aan het thuiswerken zijn’ en ondertussen heb ik het wel leuk.” (Elisa)

Ook de ondersteuning van opa en oma in het opvangen van de kinderen is minder geworden. De moeder van Elisa blijft thuis en vermijdt contact, omdat ze astma heeft. De moeder van Maarten behoort met haar hartklachten en “niet zo’n sterke gezondheid” eveneens tot een risicogroep. Ze hebben haar wel een paar keer gezien op anderhalve meter afstand, op een pleintje naast haar huis waar de kinderen konden spelen. De vader van Elisa is wel een paar keer geweest en de kinderen hebben ook een keer twee nachten gelogeerd bij hem. Dat was “behoorlijk fijn, omdat ze dan even haar “handen vrij” had. De ondersteuning die ze kregen van de opa en oma’s missen Maarten en Elisa niet, omdat deze altijd werk gerelateerd was. Ze kwamen oppassen op de momenten dat het niet lukte om werk te combineren met kinderen. Nu het werk weggevallen is, is de behoefte aan ondersteuning ook minder geworden.

Omgaan met negatieve emoties, spanningen en stress

Maarten en Elisa gebruiken verschillende copingstrategieën in reactie op negatieve emoties, spanningen en stress. De strategieën kennen een sterk oplossingsgericht karakter. Het meest illustratief is hoe ze zijn omgegaan met het geven van thuisonderwijs. In eerste instantie zou Elisa beide zonen begeleiden in het thuisonderwijs, maar bij de jongste verliep dat niet zo goed. Hij vond zijn moeder “helemaal niet leuk als juf”.  Ze vond het zelf ook frustrerend om de rol van juf te spelen. Vervolgens is ze oplossingsgericht te werk gegaan door het anders aan te pakken. Ze had bedacht dat het beter zou zijn dat Maarten het thuisonderwijs voor de jongste zou overnemen. Daarnaast besloot ze de gedragsproblemen van haar zoon samen met Maarten te evalueren om hier vervolgens passende maatregelen voor te bedenken:

“Ik zei toen tegen mijn zoontje: als we het nu zo doen dat ik weer je mama ben en dat papa dan jouw juf is? Ja dat vond hij wel goed. Dat hebben we ook zo aan Maarten verteld. Die vond het ook goed. (..) Het leuke was dat het, in die eerste week dat Maarten de juf was van onze zoon, ook niet goed ging. Maar omdat ik een stap naar achter had gedaan, kon ik zien wat er niet goed ging. Toen ik hem zelf nog les gaf, zat ik er teveel in. Maar toen Maarten dat ging doen, toen dacht ik ’oh, maar ik zie wat het mechanisme is en ik zie wat hij doet’. En dus hebben Maarten en ik dat samen geëvalueerd, bekeken van oke, als we dit zo doen en zus zo doen dan…. en toen hadden we eigenlijk binnen een halve week het gedragsprobleem opgelost en sindsdien ging het goed.”

Ook Maarten beschrijft hoe hij sterk oplossingsgericht te werk ging in het bieden van thuisonderwijs aan zijn zoon:

“De wrijving zat wel een beetje in het lesgeven. Dat had ook te maken hoe we dingen naar ons toekregen. Want onze jongste die had wat moeite, die kreeg van die opdrachten, maak dit, maak dat. Elisa en ik zijn beide niet van die handarbeiders. Dat knippen en plakken zit niet in ons systeem. Daar vinden wij ook geen ‘joy’ in. Er zijn mensen die vinden dat fantastisch maar wij hebben iets van wat heeft dat voor zin? Maar door de juf te vragen van: goh, wat moeten ze hier leren? Wat is het doel van deze taken? Ja zegt ze ‘het gaat om het knippen’. Oke, dat snap ik. Dan ga ik hem leren knippen. Maar dan hoeft hij niet met stiften aan de gang, dan gaat het om de knipopdracht. Dat ging goed, toen we dat eenmaal hadden ‘getackeld’ toen ging ook het lesgeven van hem beter.” (Maarten)

Er worden ook strategieën preventief ingezet om stress te voorkomen. Zo mediteert Elisa nu bijna dagelijks. Voor de crisis had ze hier geen tijd voor. Het mediteren geeft haar veel rust, helpt haar om meer te genieten van de natuur en voorkomt stress. Ook probeert Elisa bewust te waarderen dat ze het goed heeft:

“Ik realiseer mij wel dat wij het hier wel heel luxe hebben. Dat wij een buitenruimte hebben, we zitten niet in een flat. Dus dat is ook wel dat ik denk: poeh wij hebben het goed. Er zijn een hoop mensen die het niet zo hebben. Wij kunnen met elkaar knuffelen, er zijn een hoop mensen die dat niet hebben. Ik heb ook vanaf het begin gezegd het is een heel ernstige ziekte, en het is heel erg wat er gebeurt, maar ik ben wel blij dat het niet de kinderen treft.” (Elisa)

Maarten heeft besloten om te berusten in de situatie en zich er niet te druk om te maken. Hij probeert net als Elisa te genieten van de situatie en accepteert dat niet alles meer kan. Hij denkt dat deze levenshouding helpt om stress te voorkomen. Maarten probeert te focussen op de mooie en positieve aspecten die de coronacrisis met zich meebrengt.

“Dat is misschien wel veel belangrijker voor mijn eigen gemoedsrust (…) Mensen kopen nou eenmaal dingen waar we nou werkelijk helemaal geen reet aan hebben. En daar zit je dan nu mee. En zit daar dan het echte geluk? Het echte geluk zit in de koters die om je heen rennen en de vrouw waarmee je samen in huis woont en als je het daarmee weet te rooien. Dat is zoveel belangrijker dan een dure auto voor de deur.” (Maarten)

Toch uit Maarten wel lichte zorgen. Aangezien het onduidelijk is hoe lang de anderhalvemetersamenleving nog zal blijven, kan het op den duur wel spannend worden voor hem als ondernemer in de evenementenbranche. Tegelijkertijd koestert hij hoopvolle en optimistische gedachten: “Wij hebben zoiets van: dit gaat wel weer op gang komen. Je bent ondernemer, dus je moet altijd het glas half vol zien”.

Verwachtingen en wensen voor de toekomst

De ervaringen in de crisis hebben volgens Maarten en Elisa geen invloed gehad op hun opvattingen over rolverdelingen. Ze vinden het zorgen van kinderen even belangrijk als voor de crisis. Ze hebben nog niet met elkaar gesproken over hun verwachtingen en wensen voor de toekomst. Elisa denkt dat haar gezin in de toekomst snel weer terug zal keren naar de ‘oude’ situatie zodra Maarten werkafspraken krijgt buitenshuis. Het liefst zou ze echter de huidige situatie handhaven. “Zoals de rolverdeling nu is, wil ik hem wel behouden (…) we zeggen steeds hoe fijn we het nu vinden”.

Elisa verwacht dat ze wel gaan proberen om deels vast te houden aan wat ze nu hebben. Zo zijn ze bezig met plannen te maken voor het creëren van extra mogelijkheden om hun werk vanuit thuis te kunnen doen. Elisa vertelt dat ze hun oude schuur willen afbreken en daarvoor in de plaats een dubbele studio te plaatsen; een fotostudio voor Elisa en een muziekstudio voor Maarten.

Maarten benadrukt vooral dat de samenleving voorlopig niet terug gaat naar de “normale levensstijl”. Hij denkt dat mensen steeds meer thuis zullen blijven. Mocht de situatie op gegeven moment wel weer normaliseren, dan denkt hij niet dat zijn gezin heel anders zal functioneren.

Dit portret is onderdeel van een onderzoek van Atria en Bureau Omlo naar de impact van corona op de rolverdeling binnen verschillende gezinnen in Nederland.  Zie hier het overzicht met de andere portretten van dit onderzoek. 

Beeld: Family vector created by freepik.

Delen:

Gerelateerde artikelen