Portret van een feministisch gezin tijdens de coronacrisis
Hoe combineren ouders werk, zorg en (thuis)onderwijs in tijden van corona? Atria en Bureau Omlo hebben onderzoek gedaan naar de impact van corona op de rolverdeling binnen verschillende gezinnen in Nederland. Renate (33) en Lukas (31) wonen samen in Haarlem en hebben pas anderhalf jaar een relatie. Ze vormen een samengesteld gezin. Renate heeft uit een vorige relatie een dochter van vier jaar. Renate heeft een universitaire opleiding gevolgd en werkt als freelance redacteur. Lukas heeft een universitaire studie gedaan en werkt 32 uur per week in de cultuursector. Renate en Lukas zijn in Nederland geboren en hebben geen migratieachtergrond. Ze zijn allebei niet religieus. De biologische vader zorgt soms voor zijn dochter. Ze omschrijven zichzelf als een feministisch gezin.
Rolpatronen voor de crisis
Renate en Lukas wonen nog niet lang samen. Voor beiden was dat een hele overgang. Voordat Lukas in haar leven kwam vervulde Renate alle rollen: “Ik was vader en moeder, alles in één”, naast een drukke baan. En Lukas woonde nog niet zo lang geleden alleen, zonder huisgenoten. Hij hoefde niet met anderen rekening te houden: “ik had de vrijheid om te doen waar ik zelf zin in had.” Nu als lid van een gezin heeft Lukas er nieuwe verantwoordelijkheden bij gekregen, zoals zorgen voor de dochter van Renate. Bovendien was de beginperiode van hun relatie hectisch. Het was een “heel druk jaar”. Ze verhuisden, verbouwden hun nieuwe huis en Renate liep een burn-out op door een combinatie van werk en langdurig zware privéomstandigheden. “Alles tegelijk ging niet meer”. Het dienstverband bij het bedrijf waar ze jaren werkte werd beëindigd.
Geen vaste routine, maar wel enkele afspraken over verdeling
Voor de crisis is er nog geen vaste routine in de manier waarop het stel de taken verdeelt. Doordat ze nog maar kort samenwonen, hebben ze nog onvoldoende tijd gevonden om een “modus” te vinden en zijn ze nog enigszins zoekende in wie welke taken op zich neemt. Renate en Lukas waren allebei gewend om alles alleen te doen en werden plotseling voor de uitdaging gesteld om een geschikte rolverdeling “uit te vinden”.
Dit neemt niet weg dat er wel degelijk bepaalde patronen zichtbaar zijn. Renate en Lukas hebben afspraken gemaakt wie wanneer kookt. Volgens Renate kookt Lukas vaker. Hij geniet er ook meer van. Lukas schat zelf overigens in dat ze even vaak koken. Volgens hem is het doen van boodschappen ook gelijk verdeeld. De was doet Renate het liefste zelf, omdat ze dit naar eigen zeggen “beter” kan dan Lukas. Ze wil het graag op een bepaalde manier doen.
De zorg voor hun (stief)dochter
Lukas zorgt een middag in de week voor zijn stiefdochter. Waar hij en zijn stiefdochter genieten van het onderlinge contact, vindt Renate het zelf ook “heel fijn” om haar dochter “aan iemand anders toe te vertrouwen”. Het stel heeft afspraken gemaakt wie op welke dagen hun (stief)dochter naar de opvang brengt en ophaalt. Renate brengt haar dochter naar bed, dat is “ons momentje”. Volgens Renate was het in het begin niet eenvoudig om van alles te verwachten van Lukas met betrekking tot de zorg voor haar dochter.
“We moesten ook nog wel een beetje een vorm vinden, omdat wij pas vorig jaar zijn gaan samenwonen en hij natuurlijk niet haar vader is. Ik deed alles zelf voor mijn dochter en ik moest nu een stukje aan hem geven. Ik kan niet zomaar bepalen nu we samenwonen dat we dit gaan verdelen en verwachten dat dit dan meteen goed gaat. Daar hebben wij ook een beetje in moeten groeien” (Renate).
Redelijke gelijke verdeling
Renate oordeelt dat de taakverdeling voor de crisis redelijk gelijk verdeeld was. Ze doen volgens haar ongeveer even veel in het huishouden. De zorg voor hun(stief) dochter is minder gelijk verdeeld. Voor de crisis ging ze nog twee en een halve dag naar opvang. Verder zorgde Renate twee dagen voor haar, terwijl Lukas een halve dag met haar doorbracht. In de weekenden verdeelden ze de zorg ongeveer gelijk. Doordat Renate dus meer zorgde voor haar dochter schat ze in dat ze net iets meer doet in de combinatie van zorg en huishouding, ongeveer 60 procent. Lukas is het met haar eens dat zij iets meer doet. Lukas werkt 32 uur, bij Renate is dit wisselend. Renate werkt vanuit huis en Lukas op kantoor. Hij doet niet aan thuiswerken en nauwelijks aan overwerken.
De vrouw als manager in huis
Waar de huishoudelijke taken vrijwel gelijk verdeeld zijn, geeft Renate wel aan dat zij een managementrol vervult in het huishouden. Een treffend voorbeeld is dat ze het initiatief heeft genomen om een vel papier erbij te pakken om een overzicht te maken van verschillende taken en wie welke taak op welke dagen voor zijn of haar rekening neemt. Ook delegeert ze geregeld en geeft ze sturing aan het huishouden door Lukas soms erop te wijzen wat er nog (beter) kan gebeuren. Wel vindt ze het soms moeilijk om taken uit handen te geven.
Het managen komt ook tot uiting in het gegeven dat ze Lukas geregeld moet attenderen op het verrichten van diverse huishoudelijke taken, zoals het opruimen van de tafel na het eten. Zelf kan ze moeilijk rustig op de bank gaan zitten voordat de tafel netjes is opgeruimd en “alles op zijn plekje staat, terwijl Lukas ondertussen wel gaat zitten”. Ze ziet liever dat Lukas uit zichzelf deze taken oppakt in plaats van dat zij hem er steeds als een soort manager op moet aanspreken. Renate merkt overigens dat hij wel steeds vaker op eigen initiatief actie onderneemt. Wel blijft het haar verbazen dat Lukas bepaalde zaken in het huishouden niet opmerkt en geen actie onderneemt.
“Ik ben ergens bang dat dat te maken heeft met de verschillen tussen mannen en vrouwen. Het kan ook nog voortkomen uit onze opvoeding. Zijn vader was een man met een krant, die zat altijd de krant te lezen. Met een krant aan tafel en met een krant op de bank. Zijn moeder deed alles en die had ook gewoon nog een betaalde baan. We hebben het dan over de jaren 80 en 90, de tijd waarin ik ook opgroeide en mijn moeder volledig voor ons zorgde. Ik heb geleerd dat je je als vrouw opoffert voor het gezin. En ik ben het daar niet mee eens, maar het is wel zo dat dat bij mij erin is gaan zitten. Zo ben ik mijn leven begonnen. Dus ik kan mij ook ergens voorstellen dat ik heb geleerd om meer te letten op taken in het huis en hij niet.” (Renate)
Die traditionele genderrolpatronen die kinderen vroeger bij hun ouders hebben gezien en daardoor mee hebben gekregen, zijn doorgaans lastig te doorbreken, omdat ze door socialisatie binnen het gezin vaak diep zijn ingesleten. Dit is ook het geval bij Renate en Lukas. Hoewel Renate zich bewust is van het feit dat zij zelf een gelijke verdeling van taken wil binnen haar gezin, is dat niet vanzelfsprekend. Met name door de zogenaamde “third shift”, het feit dat Renate voortdurend anticipeert, organiseert, initiatief neemt en taken delegeert. Hierdoor komt ze naar eigen zeggen minder snel toe aan ontspanning dan Lukas.
Lukas meent eveneens dat Renate de persoon in huis is die coördineert en bedenkt wat er moet gebeuren in huis. Hij noemt zichzelf op dit vlak wat “lakser”, zonder daarmee te beweren dat hij zich helemaal afzijdig opstelt. Anders is het als het gaat om het onderhouden van de onderlinge relaties, de sfeer en het welzijn van de verschillende gezinsleden. Daar voelen zowel Renate als Lukas verantwoordelijk voor. Lukas vertelt dat deze verantwoordelijkheid voortvloeit uit zijn persoonlijkheid:
“Het gevoel voor sfeer in huis en de relaties en emoties van anderen, daar ben ik wel redelijk gevoelig voor, wat andere mensen denken en vinden. Dat ben ik al mijn hele leven. Het zorgen, de goede vrede bewaren, inschikken waar nodig is, zodat het wel botert. Dat is iets dat ik heel snel uit mijzelf doe.” (Lukas)
Feministisch gezin
Zowel Lukas als Renate beschouwen zichzelf als een feministisch gezin. Renate legt uit dat haar feminisme gaandeweg gegroeid is. Ze heeft haar moeder gezien als huisvrouw en het viel haar op dat ze daar niet gelukkig mee was. Renate prijst zichzelf gelukkig dat Lukas “iemand is die ervan overtuigd is dat mannen net zo goed als vrouwen kunnen zorgen en het huishouden kunnen doen.” Sterker nog, ze noemt hem zelfs “zorgzamer” dan dat zij misschien is. De rollen hoeven wat haar betreft niet vast te liggen. Renate geeft er de voorkeur aan dat ze zelf uitzoeken wat voor hen werkt. Volgens Renate leerde Lukas van zijn moeder dat hij net zo goed verantwoordelijk is voor het huishouden als zijn partner.
Lukas vertelt zelf dat hij het in principe belangrijk vindt dat hij evenveel bijdraagt, maar dat dat er niet altijd van komt. Renate geeft zelf aan dat de zorgtaken ongelijker zijn verdeeld doordat hun dochter in principe haar dochter is. Maar Lukas stelt op vergelijkbare wijze als Renate traditionele rolpatronen ter discussie en wil graag een goed voorbeeld geven aan zijn stiefdochter:
“Waarom zou het zo zijn dat de man dan maar weer gaat werken en dat de vrouw automatisch dan de zorgtaken voor het kind op zich neemt? Dan geef je ook aan je dochter het voorbeeld dat zorgen voor vrouwen is. En wij zijn ons er heel erg bewust van dat alles wat wij doen, dat zij dat mee gaat krijgen en dat zij het later ook misschien zo gaat doen.” (Lukas)
Volgens Lukas hebben hij en zijn vriendin allebei progressieve opvattingen over gendergelijkheid en trekken ze dit ook door in de opvoeding. Als ze terugkomt van haar biologische vader komt hun dochter met roze speelgoed thuis, omdat dit in zijn opvatting duidelijk speelgoed voor meisjes is. Lukas noemt dat “echt gewoon onzin. Speelgoed is gewoon speelgoed. Dat hoort niet alleen voor jongens of voor meisjes te zijn. We willen af van die gender labels.” Haar speelgoed bestaat dan ook uit zowel duplo en auto’s als poppen.
Moederschap
Renate vertelt dat ze therapie volgt. Dankzij de gesprekken met haar therapeut heeft ze geleerd om op een andere manier naar het moederschap te krijgen. Zo heeft ze onder meer geleerd dat ze niet altijd fysiek aanwezig hoeft te zijn voor haar dochter. Ze kan er ook op een andere manier voor haar zijn. Renate verwijst naar haar moeder die er altijd was, maar emotioneel lang niet altijd aanwezig. Renate is moeder geworden, maar zoekt naar manieren om ook de persoon te blijven die ze was met eigen behoeften en wensen. Ze gaat op korte termijn weer een opleiding volgen, maar voorziet wel een uitdaging om dit te combineren met werk en de zorg voor haar dochter. Maar ze wil ook af van de traditionele opvattingen die ze over het moederschap heeft meegekregen in de opvoeding en het kleine dorp waar ze is opgegroeid. Doordat Lukas tijd doorbrengt met zijn stiefdochter, heeft ze wel praktisch meer tijd om de opleiding te gaan volgen.
Rolpatronen tijdens de crisis
In het begin van de coronacrisis waren Lukas en Renate nog wat zoekende. Ze hadden allebei werk te doen en moesten plotseling met z’n drieën thuiszitten. Dat vereiste een aantal aanpassingen. Aangezien ze nog geen werkruimte hadden in huis, hebben ze bijvoorbeeld snel een bureau in de slaapkamer geplaatst. De structurele aanwezigheid van hun (stief)dochter thuis zorgde ervoor dat Renate en Lukas de zorg en opvoeding opnieuw moesten verdelen. Sinds de crisis brengt Lukas veel meer tijd door met zijn (stief)dochter. Doordeweeks brengt hij net als Renate twee en een have dag met haar door. Hierdoor is de algehele rolverdeling nog meer in balans gekomen. Lukas is tevreden en noemt de rolverdeling “eerlijk”, maar noemt het tegelijkertijd “een beetje lastig”. Vanuit zijn feministische opvattingen staat hij er volledig achter, maar hij geeft aan dat hij op dit moment wel meer uren per week werkt dan Renate. Hij worstelt tussen ideaal en praktijk. Duidelijk is dat hij het welzijn van Renate vooropstelt:
“Ik vind het dus ook wel een beetje lastig, want ik heb nu wel een aanstelling van 32 uur en zij is nu aan het freelancen met wisselend aantal uren. Om dan dus te zeggen ‘het is gelijk’… We willen het gelijkwaardig verdelen, maar ondertussen is mijn aanstelling vast en ja dan moet je wel. Dat is even wennen en ook af en toen beetje gek. Maar ik ben wel heel erg van mening dat we hier allebei nu inzitten. Ik ben ook een feminist. Ik vind het belangrijk dat we gelijkwaardigheid nastreven, niet alleen in geld maar in alles, dus ook bij de zorg voor het kind. Dat die zorg 50/50 is vind ik heel erg belangrijk. (…) Ik heb een beetje een tegenstrijdig gevoel. (…) Het is voor mij ook niet dusdanig belangrijk dat ik het daarmee op het spits wil drijven of terugbrengen. Onze relatie is niet in financiële termen uit te drukken. Ik vind het lastig om het op die manier te zien en te bespreken ook. Omdat ik weet dat dat gevoelig ligt en dat zij wil ook financieel meer bijdragen, maar dat lukt nu gewoon niet. (…) Je kan het nog zo mooi bedenken maar in de praktijk is het af en toe een beetje meer weerbarstig. (….) Hoe ga je dat het beste doen, en dat is ook veel praten en zorg ervoor dat je weet hoe de ander zich voelt.” (Lukas)
Lukas geeft aan dat zijn financiële buffers groot genoeg zijn en dat de vaste lasten ook niet hoog zijn. Dit geeft het stel ook enige ruimte om flexibel om te gaan met de situatie.
Volgens Lukas is er overleg geweest over de nieuwe taakverdeling en afspraken, maar dat is niet gepaard gegaan met strijd en onderhandeling. Volgens hem kunnen Renate en hij goed met elkaar communiceren en is de taalverdeling in goed overleg tot stand gekomen.
Gemengde gevoelens met betrekking tot zorgen voor (stief)dochter
Renate heeft een gemengd gevoel bij de ontwikkeling dat Lukas en zijn stiefdochter steeds meer naar elkaar toegroeien. Enerzijds is ze soms “een beetje jaloers” als haar dochter graag met Lukas is. Anderzijds vindt ze het ook juist “heel fijn” dat zij samen meer quality time samen doorbrengen. Ze merkt ook dat de band tussen Lukas en zijn stiefdochter – die al goed was – nog meer verbeterd is. Overigens beoordeelt Renate haar eigen band met haar dochter ook als sterker dan voor de crisis.
Lukas vindt het “heel positief” dat er veel tijd is om aan elkaar te besteden. Tegelijkertijd is de voortdurende aanwezigheid thuis, het continu bij elkaar zijn en het gevoel niet weg te kunnen ook stressvol. Het is vermoeiend om steeds “aan te staan” en “echt heel pittig” om te zorgen voor zijn stiefdochter. “Je moet ineens heel je routine echt omgooien, er is constante zorg voor haar. Ineens moet je volle dagen voor het kind zorgen en bezighouden met haar. Dat was wel even omschakelen.”
Hij heeft weinig vrijheid om zijn dag zo in te vullen zoals hij dat graag zou willen en wijst op het risico zichzelf te verliezen. Toch is Lukas over het algemeen positief over de impact van de crisis:
“Ik denk wel als we dit kunnen doorstaan, twee maanden quarantaine met z’n drieën, dan zit het echt wel goed. En tuurlijk zitten er ook mindere momenten tussen, maar dat heb je sowieso wel. Maar als jij een tijd van crisis en stress kan doorstaan, dan is dat alleen maar positief denk ik. En ja we leren elkaar nog beter kennen. (…) Ik zou over het algemeen zeggen dat we naar elkaar toe zijn gegroeid.” (Lukas)
Geen (in)formele opvang
Tijden de crisis beschikken Renate en Lukas niet over de mogelijkheid van (in)formele opvang voor hun (stief)dochter. Wel noemt Lukas de kinderen in de buurt een “heel fijn vangnet”. Met de kinderen in de buurt kan ze spelen en de buren houden een “oogje in het zeil”, waardoor Lukas ook even een moment heeft voor zichzelf. Voor de crisis was deze mogelijkheid er nog niet, omdat toen zij er net kwamen wonen de school net was begonnen. Bovendien was hun dochter op dat moment net iets jonger. Nu is ze op een leeftijd gekomen dat ze ook meer met andere kinderen buiten wil spelen. Tijdens de crisis zijn alle kinderen tegelijkertijd vrij, waardoor hun dochter ook elke dag buiten kan spelen. Een ander moment dat Renate en Lukas even rust hebben, is als hun dochter bij haar biologische vader logeert:
“Dan kunnen we ons eigen ding doen, in onszelf keren. Dat helpt wel enorm. Dan hebben we een weekend rust. Dan hoef je even niet te zorgen. Je staat gewoon de hele tijd aan, in die zorgmodus. Dat is af en toe wel heftig. Je hebt nooit echt een moment om even iets voor jezelf te doen” (Lukas)
Veranderingen in de werksituaties
Voor Renate veranderde haar werksituatie in de periode van de crisis. In de eerste drie maanden van het jaar combineerde ze een baan in loondienst voor drie dagen in de week met freelancewerk. Ze had het in die periode “verschrikkelijk druk”. Toen “we allemaal thuis kwamen te zitten, liep mijn overeenkomst daar af.” Dat ze nu geen arbeidsovereenkomst meer heeft en alleen als freelancer werkt, staat los van de crisis. Het was een bewuste keuze van Renate. Qua opdrachten “loopt het door de crisis geen storm”. Ze ontvangt hiernaast een werkloosheidsuitkering. Dat vindt ze “verschrikkelijk” aangezien ze niet afhankelijk wil zijn van een uitkering. Ze heeft de situatie inmiddels geaccepteerd. Ondertussen probeert ze meer opdrachten binnen te halen als freelancer en gaat ze binnenkort dus een nieuwe opleiding volgen. Renate ervaart de situatie als onzeker.
Lukas merkt dat zijn werk eronder lijdt doordat hij niet meer op kantoor is. Hij is niet gewend om thuis te werken en is mede door het mooie weer veel sneller afgeleid. Tijdens de crisis neemt hij bovendien meer tijd om te zorgen voor zijn stiefdochter. Lukas is ook minder gemotiveerd:
“Het is moeilijk om de motivatie ervoor op te brengen om te werken. Dat werkt gewoon niet echt als je de hele tijd moet omschakelen tussen kind en werk. Als je zit te werken, kan er zo een kind binnenlopen. Ze snapt wel dat je aan het werk bent, maar echt geconcentreerd werken dat lukt gewoon niet echt.” (Lukas)
Verder is Lukas ook bezig met het opstarten van een bedrijf, een plan waar hij al lang mee rondliep. Doordat hij nu zoveel thuis zit, ervaart hij meer ruimte om tijd voor zichzelf vrij te maken. Het geeft hem veel energie dat hij zijn plannen eindelijk concreet kan proberen te maken. Al met al maakt hij lang niet zoveel werkuren als voor de crisis. Lukas voelt zich daar “heel schuldig” over, ook omdat sommige collega’s wel hard werken of zelfs harder lijken te werken dan normaal.
Omgaan met negatieve emoties, spanningen en stress
Renate en Lukas gebruiken verschillende copingstrategieën om de ervaren stress te verminderen dan wel te voorkomen. Renate ervaart stress door het “vele samen thuis zijn”, omdat ze hierdoor “veel prikkels” binnen krijgt. “We zijn veel met elkaar en bij elkaar, maar ik heb niet altijd de behoefte om te communiceren.” Soms ontstaan er woordenwisselingen en spanningen. Renate heeft de behoefte om op bepaalde momenten even alleen te zijn en zich terug te trekken. Aangezien de woning niet zoveel ruimtes heeft om terug te trekken gaat Renate dan naar buiten. Zo fietst ze soms een stukje alleen, om “er even uit te zijn, even niet thuis te zijn”, en bezoekt ze een vriendin om daar te werken. Dit ervaart ze als prettig, zodat ze “even afstand kan nemen”. Als ze thuis werkt, kan ze niet altijd goed doorwerken. Van haar therapeut heeft ze geleerd om bij stress “eerst een stapje terug te doen, afstand te nemen van wat de stress veroorzaakt, te voelen wat er gebeurt in het lichaam, soms ook weg te lopen en even adem te halen.” Dit helpt volgens Renate omdat het ervoor zorgt dat de situatie niet “uit de hand loopt”.
Lukas geeft Renate soms ook de ruimte. Hij legt uit dat het huis “niet supergroot” is. “We hebben daarom afgesproken dat ik af en toe een eindje oprot, zodat zij gewoon even lekker de woonkamer voor zichzelf heeft”. Zelf geeft Lukas aan soms ook behoefte te hebben om zich terug te trekken in zichzelf. Hij zoekt ontspanning door te gamen of een serie te kijken en een biertje te drinken. Het is ook een manier om even afleiding te zoeken. Hij “staat de hele dag aan, door het zorgen voor je kind en dan is de avond even een momentje voor jezelf om te ontspannen”. Alcohol zorgt ervoor “dat de spanning eruit is” en werkt in die zin “verlichtend”. Hij geniet daarnaast van het opzetten van zijn nieuwe bedrijf en het digitale contact met vrienden. Zo spreekt hij geregeld via Zoom af met vrienden en gaat hij stukjes fietsen, terwijl hij met zijn vrienden belt.
Het inbouwen van rust- en ontspanningsmomenten doet Renate ook. Doordat ze eerder een burn-out heeft opgelopen merkt ze dat ze meer rust nodig heeft. In de crisisperiode heeft ze besloten elke ochtend yoga te doen. “Dat is even mijn moment”. Doordat ze meer thuis is en doordat er minder haast is, lukt het om meer van dergelijke rustmomenten voor haarzelf te creëren. Waar Renate vaak “nuttig” bezig wil zijn, lukt het haar tijdens de crisis beter om “los te laten, ik leef nu meer per dag”.
Er zijn nog meer overeenkomsten te benoemen in hoe Renate en Lukas omgaan met stress. Ze zoeken bijvoorbeeld allebei sociale steun. Lukas zoekt steun bij vriendengroepen via whatsapp en door elkaar te bellen, al geeft hij wel aan dat dit “niet bijster anders is” dan voor de crisis. Wel organiseren hij en zijn vrienden activiteiten – zoals een pubquiz – zodat men even niet bezig hoeft te zijn met de crisis en de gevolgen daarvan. Verder polst hij bij vrienden wel eens over zijn werksituatie en dat hij voor zijn gevoel onvoldoende uren maakt. “Ik vraag mij af in hoeverre anderen zich ook zo voelen.” Renate zoekt het contact niet via whatsapp, omdat ze niet van “oppervlakkig contact” houdt. Ze zoekt het meer in één-op-één-relatie. Met haar oudste zus belt ze nu vaker dan voor de crisis. Soms gaat ze op afstand wandelen met een vriend(in). Renate denkt dat ze nu vaker sociale steun zoekt dan voor de crisis. Ze ervaart het gezellig bijpraten als “heerlijk”, omdat ze dan “even geen moeder en partner hoeft te zijn maar even met vrienden bent en jezelf kunt zijn.”
Sinds de crisis spreken Renate en Lukas samen met hun (stief)dochter hun dankbaarheid uit voor die dag. Ook hun (stief)dochter doet mee. Renate vertelt dat zij “de mooiste dingen zegt”. Op deze manier proberen ze bewust stil te staan bij “wat er allemaal wel is” en uiten ze hoopvolle, troostende en optimistische gedachten. Vaak uiten ze hun dankbaarheid over specifieke ervaringen, gevoelens en voor het samenzijn. Zelden gaat het over materie. Ook Lukas noemt het “erg fijn om te benoemen wat er leuk was aan de dag, dat werkt heel erg goed”.
Lukas noemt tot slot dat dat hij de situatie probeert te accepteren. “Het is nou eenmaal zoals het is. Ik kan hoog of laag springen. We zitten in een pandemie, we moeten er gewoon verstandig mee omgaan. Ik kan het niet sneller laten oplossen”.
Rolpatronen na de crisis
Renate wil vasthouden aan een aantal gewoonten die ze in de crisis gewend zijn, zoals elke dag met elkaar bespreken waar ze dankbaar voor zijn, haar vaste yogamomenten en “tijd voor onszelf nemen”. Hoe de rolpatronen er na de crisis uit zien vindt ze moeilijk om in te schatten. Renate verwacht dat de crisis voorlopig niet voorbij zal zijn en leeft daarom van dag tot dag en wacht af hoe het zich ontwikkelt. Op dit moment is het bovendien nog niet geheel duidelijk hoe de werkomstandigheden eruit komen te zien.
Lukas is bang dat hij weer terugkeert naar het oude patroon, terwijl hij dat liever niet wil. Hij overweegt een dag minder te werken zodat hij meer tijd kan investeren in zijn bedrijf. Hij wil zijn baan in loondienst niet zomaar loslaten, omdat hij waarde hecht aan financiële zekerheden. Zijn vaste contract ervaart hij als baangarantie en dat voorkomt volgens hem veel stress. Voor Renate geldt dat ze weer een opleiding gaat volgen en voldoende opdrachten kan binnenhalen “om rekeningen te kunnen betalen”. Robert vertelt hoopvol en optimistisch naar de toekomst te kijken wat betreft werk en inkomen. Dit ligt volgens hem iets anders bij Renate. Bij haar speelt meer onzekerheid. Lukas weet dat Renate het onprettig vindt dat ze financieel niet hetzelfde kan bijdragen, juist omdat ze voorheen altijd financieel zelfstandig was.
Het is dus nog onzeker hoe druk Renate en Lukas het gaan krijgen. Renate stelt dat zodra hier meer duidelijkheid over is “we even moeten kijken wie wat kan doen” in zorg en huishouding. Ze vindt in elk geval dat de persoon die het minste uren betaald werkt ook meer uren kan besteden aan zorg en huishouding.
Idealiter zou Renate de zorg voor haar dochter zo gelijkmatig mogelijk willen verdelen als de werkomstandigheden dit toelaten. Lukas deelt deze opvatting. Hij wil niet teruggaan naar de situatie voor de crisis waarin Renate duidelijk meer zorgde voor haar dochter. Hij zou het liefst een zo gelijk mogelijke verdeling willen nastreven. Waar hij in het begin nog moest wennen aan het doorbrengen van tijd met zijn stiefdochter, voelt het inmiddels veel meer vertrouwd waardoor hij graag meer tijd met haar zou willen doorbrengen:
“Ik moest natuurlijk ook wennen aan haar. Ik vond eerst een middag al veel en nu is het prima om hele dagen met haar te zijn. Het voelt meer vertrouwd en ik ben het ook leuker gaan vinden. (…) Dat is best wel een aanpassing geweest in mijn leven, maar het gaat mij heel goed af en ik word er steeds beter in.” (Lukas)
Hij hecht hier ook waarde aan, omdat hun (stief)dochter baat heeft bij een stabiele basis dankzij voldoende contact met hem en Renate. Zijn conclusie is dan ook: “wat voor mij belangrijk is, is dat ik er voor haar ben”. Daarnaast wil hij ook zorgzaam zijn voor zijn vriendin. Hoewel hij dit altijd al belangrijk heeft gevonden, is hij dit door de crisis nog belangrijker gaan vinden. Zo realiseert hij zich: “Je bent nu echt aangewezen op de mensen om je heen. Dat is veel belangrijker dan dat je ergens veel geld verdient of spullen hebt.”
Dit portret is onderdeel van een onderzoek van Atria en Bureau Omlo naar de impact van corona op de rolverdeling binnen verschillende gezinnen in Nederland. Zie hier het overzicht met de andere portretten van dit onderzoek.
Beeld: Family vector created by freepik.