Kijk niet naar vrouwen maar naar het kabinet voor een doorbraak in de deeltijdcultuur

nieuws halve klok van langspeelplaat deeltijdcultuur

Door de coronamaatregelen staat de verdeling van betaald werk en onbetaalde zorg de afgelopen weken bij veel mensen onder druk. Hopelijk wordt deze druk verlicht als de kinderopvang en basisscholen vanaf 11 mei weer (deels) open gaan. Maar ook voor deze crisis was het voor veel mensen moeilijk om balans te vinden tussen werk en zorg. Dit uit zich in het feit dat vrouwen in Nederland drie keer zo vaak in deeltijd werken als mannen. Het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) gepubliceerd op 29 april 2020 over de deeltijdcultuur in Nederland geeft goede handvatten om de combinatie van werk en zorg in de toekomst beter mogelijk te maken.

Aanbevelingen voor kabinet

De kabinetsreactie op het onderzoek laat echter te wensen over. De media berichtten naar aanleiding van de publicatie vooral over de uitbreiding van het ouderschapsverlof met negen weken die voor de helft worden doorbetaald. De kans dat deze maatregel tot een eerlijkere werk-zorg verdeling gaat leiden is klein. Bovendien moeten er meer maatregelen worden genomen om de deeltijdcultuur echt op de schop te nemen. Atria en WOMEN Inc. geven het kabinet daarom graag vier aanbevelingen mee.

Stimuleer financiële onafhankelijkheid van vrouwen

Allereerst: deeltijdwerk maakt het combineren van werk zorg mogelijk en is an sich geen probleem, maar de gevolgen die het met zich mee kan brengen zijn wel problematisch. Een gevolg van het hoge deeltijdpercentage is bijvoorbeeld dat 50% van de vrouwen niet financieel onafhankelijk is versus 25% van de mannen. Dit houdt in dat de helft van de vrouwen een inkomen uit werk heeft dat lager ligt dan het wettelijk minimumloon. De kans is groot dat dit percentage als gevolg van de huidige economische crisis toeneemt. Om hier iets aan te doen moet het kabinet zich extra inzetten om de financiële onafhankelijkheid van vrouwen te stimuleren. Voorzieningen die een betere combinatie van werk en zorg voor vrouwen én voor mannen mogelijk maken, zijn hiervoor essentieel.

100% vergoeding

Een belangrijke conclusie van het IBO is namelijk dat onze deeltijdcultuur systemisch is, terwijl het vaak als individuele keuze wordt gezien. Mensen worden in hun keuzes beïnvloed door sociale normen, werkgevers- en overheidsbeleid. Hierdoor werken vrouwen vaker in deeltijd en mannen vaker in voltijd. Het kabinet stelt nu voor om ouderschapsverlof voor 50% te betalen, terwijl we uit onderzoek weten dat het verlof het meest wordt opgenomen bij een vergoeding van 80% of meer. Deze lage vergoeding zorgt ervoor dat opnemen van het verlof voor veel ouders financieel niet mogelijk is, waardoor een doorbraak in de traditionele rolpatronen tussen vrouwen en mannen uitblijft. Wij pleiten ervoor dat zowel het ouderschapsverlof als het partnerverlof 100% betaald worden.

Toegankelijk stelsel opvang en onderwijs

Daarnaast doet het IBO lovenswaardige voorstellen voor het financieel toegankelijk maken van kinderopvang en de samensmelting van de voorschoolse opvang, buitenschoolse opvang en het basisonderwijs zodat ouders minder tijd kwijt zijn aan zorgen voor hun kinderen. Het kabinet kondigt nu aan scenario’s uit te werken met betrekking tot het hele stelsel van kinderopvang, verlof en schooltijden, zodat een volgend kabinet hierover kan beslissen. Wat ons betreft is met de resultaten van dit IBO echter geen verder uitstel nodig en worden er nog deze kabinetsperiode knopen doorgehakt over een sluitend en toegankelijk stelsel.

Extra aandacht

Ten slotte is er nu in het IBO en in de kabinetsreactie te weinig aandacht voor de arbeidsmarkt zelf. Deze coronacrisis laat duidelijk zien dat veel vrouwen werkzaam zijn in cruciale beroepen. Maar in sectoren als de gezondheidszorg, kinderopvang, het basisonderwijs en de schoonmaak is werken in deeltijd vaak de norm, zijn de lonen lager en wordt het werk zelf, door de werkdruk en wisselende roosters, als zwaar ervaren. Maatregelen om vrouwen meer uren te laten werken, zullen niet succesvol zijn wanneer deze omstandigheden niet structureel worden verbeterd. Het kabinet moet hierbij extra aandacht hebben voor vrouwen met de laagste inkomens, om te voorkomen dat ze, indien ze er niet in slagen meer uren te werken, in armoede vervallen.

Als we in Nederland gelijke kansen echt belangrijk vinden, is het tijd voor ambitieuze, systemische veranderingen waarbij niemand wordt vergeten. Met bovenstaande aanbevelingen kunnen de eerste stappen worden gezet.

Froukje Gaasterland, coördinator beleidsadvisering bij Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis en Suzan Steeman, expert arbeidsmarkt bij WOMEN Inc.

Mede ondertekend door Bureau Clara Wichmann, BV Familie, Emancipator, de Nederlandse Vrouwen Raad, VDRS, VHTO, WO=MEN Dutch Gender Platform

Delen:

Gerelateerde artikelen