Het privilege niets te hoeven leren
‘It is difficult to be sat on all day, every day, by some other creature, without forming an opinion on them. On the other hand, it is perfectly possible to sit all day, every day, on top of another creature and not have the slightest thought about them whatsoever.’
Deze pijnlijke passage schreef sciencefiction-auteur Douglas Adams ooit. Het is pijnlijk omdat het klopt – wanneer je de machtsstructuren in onze maatschappij onder de loep neemt zie je dat snel genoeg. Volgens mij gaat het citaat erover dat mensen uit de groepen die het meeste macht en representatie hebben in een maatschappij, ook het privilege hebben om niet over mensen die buiten hun groep vallen na te denken en vooral niets (behalve zelfbedachte stereotyperingen natuurlijk) over hen te hoeven leren. De laatstgenoemden daarentegen, leren vaak alles over de dominante groep.
Koninkrijk
Dit principe vind je op allerlei plekken terug: in de verhoudingen tussen mannen en niet-mannen, tussen hetero’s en niet-hetero’s en tussen witte mensen en mensen van kleur. Het principe is ook terug te vinden in de relatie van Nederland met de rest van Het Koninkrijk der Nederlanden: in Nederland staan weinig (witte) mensen stil bij het feit dat we in een koninkrijk wonen. We leren bijna niets over de andere landen uit ons koninkrijk en zijn doorgaans nauwelijks met die landen bezig. Andersom leren mensen die opgroeien op Curaçao, Aruba of Sint Maarten alles over Nederland.
Maria Liberia-Peters
Maria Liberia-Peters, de ex-premier van de Nederlandse Antillen, was dit verschil ook opgevallen toen ze in Emmen studeerde om onderwijzer te worden. Zij had in haar jeugd op Curaçao alles geleerd over Nederlandse geschiedenis. Maar andersom zag ze dat in Nederland kinderen niks leerden over de Antillen. Liberia-Peters ondervond dit rond 1960, maar tegenwoordig is dat helaas nog maar weinig veranderd.
Dit heeft ervoor gezorgd dat nog steeds maar weinig mensen hier weten wie Maria Liberia-Peters is, terwijl ze geschiedenis schreef als zwarte, vrouwelijke premier tussen 1984-1986 en 1988-1993.
Dit heeft er voor gezorgd dat nog steeds maar weinig mensen hier weten wie Maria Liberia-Peters is, terwijl ze geschiedenis schreef als zwarte, vrouwelijke premier tussen 1984-1986 en 1988-1993. In discussies over vrouwen in de politiek wordt er steeds (weinig ambitieus) geroepen om een eerste vrouwelijke premier, zonder stil te staan bij het feit dat de Nederlandse Antillen er al vijf gehad hebben.
Nederlandse bubbel
De relatieve onbekendheid die Maria Liberia-Peters (die in oktober Amsterdam bezocht) in de witte Nederlandse bubbel geniet, laat zoveel zien over de Nederlandse houding en het privilege ten opzichte van de rest van het Koninkrijk. Wij hoeven geen mening te vormen. Wij zitten hier, comfortabel te profiteren van de erfenis van onze koloniale praktijken. Terwijl kinderen op Curaçao de twaalf provincies en de hoofdsteden uit hun hoofd leren, kunnen witte Nederlanders met moeite de landen uit ons koninkrijk opnoemen.
De kranten op Curaçao worden gevuld met nieuws uit Nederland terwijl het in onze kranten meestal stil blijft over de andere landen uit het koninkrijk, behalve dan af en toe wat negatieve en stereotyperende berichten. De mensen daar leren over onze geschiedenis, literatuur en politiek terwijl wij ongestoord met onszelf bezig kunnen blijven. Het (neo)kolonialistische karakter van deze ongelijke verhouding moge duidelijk zijn.
Terwijl kinderen op Curaçao de twaalf provincies en de hoofdsteden uit hun hoofd leren, kunnen witte Nederlanders met moeite de landen uit ons koninkrijk opnoemen.
Laten we dit op zijn minst beginnen te bestrijden door onszelf te informeren over onze gedeelde geschiedenis. Iets waar je overigens ook niet omheen kan wanneer je Liberia-Peters hebt horen spreken. Respect dwong -en dwingt- ze af; collega-premier Lubbers sprak ze aan met een compromisloos “luister, Ruud”. Eigenlijk moeten wij, witte-bubbel-Nederlanders, dat nemen als oproep om allemaal eens beter te luisteren naar de stemmen die van oudsher door ons ongehoord zijn gebleven.
Een heel mooi begin daarvoor is het terugkijken van het F-lab waarin Liberia-Peters uitgebreid vertelt over haar tijd als premier.
Naomí is literatuur- en cultuurwetenschapper, gespecialiseerd in narratieve en kritische theorie. Ze is gepassioneerd over het zichtbaar maken van emotional labour, vergeten vrouwen en het belang van #metoo. Buiten de digitale deuren van Atria zijn Naomí’s publicaties ook te vinden bij Hard//Hoofd, WOMEN Inc. en OneWorld.