De Olympische Winterspelen: vrouwen in de sneeuw en op het ijs
Hoeveel vrouwen deden mee aan de Olympische Winterspelen en wie waren de eerste Nederlandse vrouwen die meededen?
De eerste modern Olympische Spelen vonden plaats in Athene in 1896. In 1924 werden de eerste Olympische Winterspelen in Chamonix georganiseerd. Er deden toen 24 vrouwen mee. Bij de Spelen in 1928 waren het er 26 en in 1932 21. Het aantal vrouwen steeg gestaag: in 1972 waren het er 40 (20%). In 2014 1120 en dat was ‘bijna’ de helft: 40%.
Een 11-jarige debutant in 1924
Een opvallende debutant op de Spelen van 1924 was de 11-jarige Noorse kunstschaatster Sonja Henie. Tijdens de vrije kür van die wedstrijd moest Sonja een paar keer naar de kant schaatsen om haar coach te vragen wat ze ook weer moest doen. Ze nam in totaal 4 keer deel aan de Spelen en werd 3 keer achter elkaar Olympisch kampioen kunstrijden. Daarmee is ze de enige vrouw die deze prestatie leverde.
In 1934 opende Henie de eerste kunstijsbaan in Nederland, aan de Linnaeusparkweg in Amsterdam. Een van de toeschouwers was de 9-jarige Annie Verlee, die enthousiast werd voor deze nieuwe sport, en in de jaren ’50 de jeugdige talentjes Joan Haanappel en Sjoukje Dijkstra zou trainen.
Eerste Nederlandse deelneemster
Nederland en sporten in de winter. Waar denken we dan aan? Curling? Bobsleeën? Skiën? We denken toch in de eerste plaats aan schaatsen. En dat is dan ook de sport waar Nederlandse atleten zich het meest verdienstelijk hebben gemaakt. Maar toch, de eerste Nederlandse vrouw op de Olympische Winterspelen schaatste niet.
Gratia barones Schimmelpenninck van der Oye nam in 1936 deel aan de Spelen van Garmisch-Partenkirschen. Ze nam deel aan het onderdeel alpineskiën. Tijdens de Spelen kwam ze 2 keer ten val en eindigde als 14e. Toch was Gratia de enige Nederlandse skiester die een hoog internationaal niveau bereikte. Ze kreeg als eerste vrouw een plek in het bestuur van de internationale skifederatie FIS. Mede dankzij haar werd de reuzenslalom een officieel onderdeel van het alpineskiën. In de jaren 70 kreeg zij opnieuw nationale bekendheid, ditmaal door haar dieetclub Gratia Club voor Slankblijvers, die later opging in de Weight Watchers.
Schaatsen
Joan Haanappel en Sjoukje Dijkstra namen in 1956 voor het eerst deel aan de Winterspelen, maar haalden geen medaille. In 1960 haalde Sjoukje Dijkstra met haar zilveren medaille in het kunstschaatsen de eerste medaille in deze tak van sport voor Nederland. In Innsbruck (1964) behaalde Dijkstra de eerste gouden medaille voor Nederland op de Winterspelen.
In 1968 in Grenoble wonnen Stien Baas, Carrie Geijssen en Ans Schut de eerste medailles bij het langebaanschaatsen bij de vrouwen. Ook de mannen waren succesvol. Het was het begin van een lange periode van Nederlandse successen bij het schaatsen.
Ireen Wüst won tijdens de Olympische Winterspelen 2006 in Turijn op 19-jarige leeftijd goud op de 3000 meter en brons op de 1500 meter. Wüst werd daarmee de jongste Nederlandse olympisch kampioene op de Winterspelen ooit. Ze is de succesvolste Nederlandse deelnemer aan Olympische Spelen in de geschiedenis. In 2014 werd zij door persbureau Reuters uitgeroepen tot Sportvrouw van het Jaar. Ze kreeg van de sportjournalisten wereldwijd net iets meer stemmen dan de Amerikaanse tennisster Serena Williams.
Snowboarden
In 2002 in Salt Lake City deed snowboardster Nicolien Sauerbreij voor het eerst mee. Bij de openingsceremonie was ze vlaggendraagster van de Nederlandse delegatie. Ze nam ook deel aan de Olympische Winterspelen van 2006, 2010 en 2014.
Inmiddels zijn de Olympische Winterspelen Pyeong Chang 2018 begonnen. De Nederlandse schaatsters schrijven geschiedenis. Twaalf jaar geleden won Ireen Wüst haar eerste gouden medaille. Door haar winst op de Spelen van 2018 is zij nu de enige schaatsster met 10 olympische medailles.