Het politieke debat over prostitutie in Nederland
Moet prostitutie gelegaliseerd blijven of juist gecriminaliseerd worden? Die vraag houdt Nederland bezig sinds de opheffing van het bordeelverbod in 2000, waarbij prostitutie onder bepaalde voorwaarden legaal werd.
De discussie over de opheffing van het verbod was al in de jaren ’80 in gang gezet, met name door vrouwenorganisaties, georganiseerde prostituees en sociale en medische hulpverleners. In tegenstelling tot feministische bewegingen in veel andere landen, zetten Nederlandse feministen het zelfbeschikkingsrecht (agency) van prostituees centraal, wat de deur naar opheffing van het bordeelverbod openzette.
Prostitutie werd een legaal beroep waarvoor dezelfde rechten en plichten gelden als voor andere beroepen. Bordelen zijn legaal zolang ze een vergunning hebben en zich aan de regels houden.
Wijziging Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche
Op 10 november 2009 werd het wetsvoorstel ‘Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche’ – kortweg ‘Wrp’ – ingediend. Deze heeft tot doel om meer uniformiteit te brengen in het lokale prostitutiebeleid en misstanden in de branche aan te pakken.
De wijzigingen betreffen:
- Een verplicht en uniform vergunningenstelsel om een seksbedrijf te kunnen uitoefenen. Met onder andere eisen die tot doel hebben de exploitant zo veel mogelijk aan één locatie te binden om toezicht en handhaving te vergemakkelijken. Ook zal het stelsel gelden voor alle bedrijven die tegen betaling vertoningen aanbieden van erotische aard, waarmee straks ook parenclubs, escortbedrijven, massagesalons en zelfs webcamseksbedrijven een vergunning nodig zullen hebben.
- Verhoging van de minimumleeftijd voor het werken als prostituee naar 21 jaar
Invoering van een registratieplicht voor prostituees en een vergewisplicht voor klanten (waarmee klanten verplicht worden na te gaan of prostituees geregistreerd en dus legaal werken), werden uit het wetsvoorstel geschrapt. Dit werd een onnodig ingrijpende maatregel gevonden voor de privacy van prostituees, en de vergewisplicht van de klant onuitvoerbaar. Deze gewijzigde Wrp werd opnieuw bij de Tweede Kamer ingediend op 5 maart 2014. Op 16 juni a.s. vindt in de Tweede Kamer het plenair overleg hierover plaats.
In de Literatuurstudie Een overzicht van het politieke debat over prostitutie in Nederland legt Atria uit hoe het Nederlandse prostitutiebeleid tot stand kwam, wat de wetswijziging inhoudt, de Europese context van legalisering versus criminalisering en wat de standpunten van politieke partijen zijn. Ook besteden we aandacht aan de relatie met mensenhandel, loverboys, (on)betrouwbaarheid van cijfers over de omvang van prostitutie en het zogenaamde ‘Zweedse model’, dat niet de prostituees maar hun klanten strafbaar stelt.