De roep om oplossingen: meer gelijkheid voor vrouwen in de wetenschap
Gedurende de zevende Europese Gender Summit in Berlijn over de positie van vrouwen in de wetenschap (6-7 november 2015) werd een ding duidelijk: er is in de instroom van vrouwen in wetenschappelijke opleidingen veel winst behaald. Ook het aandeel van vrouwen in de exacte en natuurwetenschappen stijgt langzaam maar zeker. Maar in de doorstroom naar werk in de wetenschap als promovendus, post-doc onderzoeker, universitair hoofddocent en hoogleraar zet de daling weer gestaag in. Daar is de vooruitgang matig, om niet te zeggen: bedroevend. En dat geldt in veel gevallen ook voor de doorstroom naar vrouwen in andere seniorposities in politiek of beleid. Ook in de Scandinavische landen, waar doorgaans toch een betere score op de gelijkheidsagenda wordt behaald dan in de rest van Europa, is de vooruitgang trager dan gehoopt, of stagneert.
De Zweedse vertegenwoordiger van het Instituut dat speciaal is opgezet om ‘Gender in research’ te bevorderen wees op ‘collectief geheugenverlies’ als obstakel: in het verleden zijn er tal van verstandige programma’s en voornemens ontwikkeld om meer gelijkheid voor vrouwen in de onderzoekswereld tot stand te brengen. Maar vaak blijken ze in een la beland en vervolgens vergeten.
Verandering blijkt dus moeilijk. Vrouwen zijn, zeker in de natuurwetenschappen de buitenstaanders. En onbekend maakt onbemind. Behoudzucht is opmerkelijk genoeg ook in de wetenschap gangbaar, terwijl je daar toch creativiteit en innovatie mag verwachten. De weerstand tegen voorkeursmaatregelen of stimuleringsbeleid is echter ook daar groot. Bij velen leeft de angst dat een quotum of voorkeursbeleid betekent dat je benoemd wordt omdat je een vrouw bent en niet om je kwaliteit. Feit is echter dat uit onderzoek inmiddels herhaald overtuigend naar voren is gekomen dat vrouwen bij gelijke kwalificaties vaker worden afgewezen dan mannen. De reden: vrouwen worden ook anno 2015 enkel op grond van hun sekse als minder competent gezien dan mannen. De beoordeling van professionele kwaliteit pakt te vaak nadelig uit als het een vrouw betreft. Dat bleek ook onlangs uit de verdeling van Nederlandse onderzoekssubsidies bij NWO waar vrouwen vaker dan mannenachter het net vissen. Het sluit aan bij wat uit onderzoek al langer bekend is enook nu weer ter tafel kwam tijdens deze Gender Summit: een onderzoeksvoorstel wordt als beter beoordeeld met de naam van een man eronder dan met een vrouwennaam.
Bewuste en onbewuste aannames over wat mannen en vrouwen competent zou maken, zijn in het spel. Die werken per saldo in het nadeel van vrouwen. Helaas is wetenschappelijke kennis over hardnekkigheid van die vooroordelen niet bestand tegen rotsvast geloof in meritocratie. We geloven liever tegen beter weten in dat onderzoekers worden aangenomen (of hun voorstellen worden gehonoreerd) op grond van kwaliteit. En dat we die kwaliteit onbevoordeeld herkennen, en dat zou niks te maken hebben met sekse (of kleur, of leeftijd).
Dat geloof zit heel diep bij mannen én vrouwen. De cijfers laten echter zien dat per saldo vrouwen in de wetenschap nog steeds objectief aantoonbaar met discriminatie te maken hebben, ook als we het proberen te vermijden. Dus met de intentie alleen komen we er niet, zoveel werd duidelijk tijdens deze conferentie. De resultaten tellen en die blijven achter. Bindende afspraken om met gendersensitieve inidcatoren het patroon van (onbedoelde) uitsluiting van om vrouwen te doorbreken blijkt te helpen. Onderzoeksgelden waarvan de selectie op EU niveau gebeurt resulteert in 40% toekenning van subsidies aan vrouwen. Als de selectie echter via nationale procedures verloopt, waar procedures meer uiteenlopen en weinig gendersensitief worden uitgevoerd, daalt het aandeel vrouwen dat succes heeft drastisch (tot een kleine 25%).
Een coalitie van Scandinavische onderzoeksinstellingen – Nordforsk – heeft recentelijk een subsidieprogramma gelanceerd voor 2016- 2018 waarin alleen onderzoeksvoorstellen zullen worden gehonoreerd die met ideeën komen voor verbetering.’We weten genoeg over wat er mis is en waarom. Het is tijd voor oplossingen’.
Een oproep die uit mijn hart is gegrepen. Atria komt binnenkort met een rapport waarin we inspirerende voorbeelden geven uit verschillende EU-landen om de doorstroom van vrouwen te verbeteren. Want het goede nieuws is: waar een wil is, is een weg!