Het weefsel van diep genestelde onschuld

blog Het weefsel van diep genestelde onschuld

‘Nesten bouwen op een winderige plek’, die prachtige oratie van Gloria Wekker in 2002 staat me nog levendig voor de geest. Het was in een grote tochtige kerk in Utrecht, de Geertekerk, waar ik van achter de pilaar me helemaal kon voorstellen hoe de vogel houvast zocht aan de gladde pilaarstenen. En stel je dan ook nog de wind erbij voor. Gloria Wekker was destijds de eerste vrouw op de IIAV leerstoel Gender en Diversiteit.

On Having built Nests in a Windy place, is de titel van de afscheidslezing van Gloria afgelopen 15 juni in de uitverkochte Aula van het Academiegebouw. Het is tevens de academische presentatie van het nu al spraakmakende boek White innocence, paradoxes of colonialism and race.

Tout vrouwen-, gender-, critical race en postcolonial studies Nederland is er en er wordt druk omhelst, gezoend en gesproken. Ik zit naast Carmelita Serkei, die opmerkt dat Gloria al één van de helden was toen zij zo’n 30 jaar geleden als beleidsmedewerker Surinaams Vrouwenwerk begon. Eén rij vóór mij zit Nira Wickramasinghe, hoogleraar Modern South Asian Studies in Leiden, één van de weinige vrouwelijke hoogleraren van kleur die Nederland nog heeft, nu Gloria afscheid neemt. Twee anderen staan op het podium om het eerste exemplaar in ontvangst te nemen: de in de USA werkzame professor Philomena Essed en VU-hoogleraar Halleh Ghorashi. ‘Een welverdiend ovationeel applaus’, constateert moderator Nancy Jouwe als Wekker het podium beklimt voor haar lezing.

Het verschijnen van White Innocence valt samen met de tweede antiracisme beweging, zegt Wekker verheugd. In de jaren 80 was het korte tijd mogelijk om over ras te praten, maar het antiracisme beleid is jammerlijk overstemd door ontkenning van het bestaan van racisme – en dus ook van ras in de Nederlandse samenleving. De anti Zwarte Piet-acties, New Urban Collective, University of Colour, Amsterdam United zijn hoopgevende initiatieven van de huidige jongere generaties.

Witte onschuld

Wekker’s mooi geschreven boek behandelt drie centrale paradoxen aan de hand van levendige beschouwingen over de Nederlandse cultuur, een cultuur gevormd door imperialisme. Met Said’s term cultural archive, het door eeuwen van koloniale overheersing gevulde warenhuis van houding en kennisstructuren, gebaseerd op de destijds overheersende opvatting dat er een onderworpen ras is, een superieur ras, en dat de één de ander de beschaving gaat brengen en mag overheersen. De titelwoorden witte onschuld roepen het beeld op dat Nederlanders koesteren van zichzelf: een klein, maar rechtvaardig, ethisch bewust landje, dat kleurenblind is en daarom vrij van racisme en een gidsland is voor anderen. Wekker citeert een artikel uit ‘De Gids’ (jrg 101, 1937), waarin Indisch bestuursambtenaar Meijer Ranneft de verschillende rassen beschrijft en concludeert: ‘Zij zijn zeer verschillend, maar één ding hebben zij gemeen: het zijn de rustigste volken van Azië die met het rustigste volk van Europa door de historie zijn saamgebracht.’ In een koloniale intersectionele analyse van het cultureel archief, ontleedt Wekker de aanwezigheid van ras, in verschillende kruispunten met gender, seksualiteit en klasse. Ondanks de hardnekkige ontkenning, bewuste onwetendheid over de invloed van vier eeuwen koloniale geschiedenis op ons denken en handelen, speelt ras een centrale rol.

Centrale paradoxen

De drie paradoxen die Wekker beschrijft zijn ten eerste ‘geen identificatie met migranten’. Ondanks het feit dat minstens één op de zes Nederlanders afstamt van migranten, is het overheersende idee van Nederlanderschap gebaseerd op assimilatie in een mono-etnische cultuur, waar mensen met een bruine of zwarte huidskleur ‘vanzelfsprekend’ buiten vallen. Als je even van de regel afwijkt, val je er buiten. De manier waarop Ayaan Hirsi Ali haar nationaliteit verloor, verklaart Wekker vanuit de obsessie met zwarte vrouwen die in het koloniale cultureel archief gevormd werd. Hoe Wekker haar boek doorspekt met meeslepende beschrijvingen van concrete cases, is formidabel.

De tweede paradox is het zelfbeeld van Nederland als onschuldig slachtoffer van de Duitse bezetting. Dat  terwijl Nederland kort daarna twee koloniale oorlogen om het wingewest Nederlands-Indië te behouden uitvocht en Nederlanders vuile handen maakten in de door de nazi’s georganiseerde jodenvervolgingen.

De derde paradox is de omvattende aanwezigheid van Nederland als koloniale macht en de afwezigheid van deze geschiedenis – inclusief slavernijverleden – in het collectieve geheugen en in het curriculum.

Ik sluit me graag aan bij wat Philomena Essed zei, nadat ze het boek van Gloria kreeg met een stevige, ontroerende omhelzing erbij: ‘We hebben dit boek nodig, in Nederland in Europa om iedere helder geschreven bladzijde opnieuw na te lezen en een laag dieper te gaan, om hedendaags racisme te ontleden en bloot te leggen. Om radicale kritiek in herinnering te houden. Na dit boek kan niemand zich meer achter onschuldige onwetendheid verbergen.’ Gloria Wekker maakt met simpele vragen en in toegankelijke taal een complex weefsel van theorie, intellectuele ervaring en praktijk invoelbaar. Lezen dus, dat boek!

Dineke Stam is historica met een eigen bureau voor Interculturele Museum- en Erfgoed Projecten. Ze is één van de auteurs van de Gids Slavernijverleden Amsterdam (2014).

Delen:

Gerelateerde artikelen