Marianne Klerck-van Hogendorp

biografie Klerck-van Hogendorp, Marianne

Marianne Klerck-van Hogendorp was sociaal hervormster en feministe.
Zij werd geboren als jonkvrouw Mariane Catherine van Hogendorp, dochter van jonkheer Dirk van Hogendorp (?-1845) (na het overlijden van zijn oudste broer op 10 juli 1838 graaf van Hogendorp), raadsheer in het Gerechtshof, en jonkvrouw Mariane Catherine van Hogendorp (?-1878), evangelisch sociaal hervormster; haar zus is jonkvrouw Anna van Hogendorp (1841-1915), sociaal hervormster, feministe en publiciste. Op 18 november 1875 trad zij in het huwelijk met jonkheer Aarnout Klerck (1820-1876), secretaris-generaal op het departement van Marine. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Wie: Marianne Klerck-van Hogendorp
Geboortedatum: 1 augustus 1834
Geboorteplaats: Den Haag, Nederland
Sterfdatum: 17 september 1909
Plaats van overlijden: Lausanne, Zwitserland
Alternatieve naam: Mariane Catherine van Hogendorp

Het leven van Marianne Klerck-van Hogendorp

Marianne van Hogendorp werd geboren in een Haagse adellijke familie. Haar jeugd en latere leven werden sterk beïnvloed door het orthodox-protestantse Reveil, een religieuze vernieuwingsbeweging waar haar beide ouders aanhangers van waren. Haar moeder, gravin Mariane van Hogendorp-van Hogendorp, een evangelisch sociaal hervormster, betrok haar en haar zusters Anna en Wilhelmina bij het armenwerk onder behoeftige weduwen en bij zendingswerk en zondagsschool. Marianne nam de financiële ondersteuning van de eerste ‘bewaar- en naaischool’ van haar moeder over. Ook was zij presidente van de Vereeniging ‘Vrienden der Armen’, opgericht door haar moeder in 1847.

In 1875 trouwde zij met jonkheer Aarnout Klerck, dat al na elf maanden eindigde door het overlijden van haar echtgenoot. Zij hertrouwde niet meer en was bekend als douairière oftewel weduwe Marianne Klerck-van Hogendorp.

In 1883 maakten de zusters Van Hogendorp kennis met Josephine Butler, leidster van de abolitionistische beweging, die in Groot-Brittannië de voor vrouwen discriminerende zedelijkheidswetgeving bestreed en vocht voor de afschaffing van de zogeheten reglementering van prostitutie. In 1884 richtte zij met haar zus Anna van Hogendorp de Nederlandsche Vrouwenbond tot Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn op, waarvan Marianne de eerste presidente was tot 1909. Naast het beïnvloeden van overheidsbeleid werd prostitutie ook praktisch bestreden door middel van het uitdelen van informatie op stations aan alleen reizende vrouwen (het ‘stationswerk’) en het doorsturen naar Tehuizen waar zij tijdelijk konden verblijven.

Marianne Klerck-van Hogendorp zag de verschijnselen waarvoor zij streed eerst als gevolg van ‘de ontzettende zonde die ons volk verteert’, maar al snel bracht zij ze in verband met de ‘dubbele zedewet’, waarvan vrouwen het slachtoffer waren. Hierdoor ging zij in de jaren tachtig van de negentiende eeuw deel uitmaken van de toentertijd groeiende beweging voor vrouwenrechten. In 1894 werd zij lid van de pas opgerichte Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht.

Zij zette zich ook in voor de concubines van Nederlandse militairen in Nederlands-Indië en de uit deze relaties voortgekomen kinderen. In 1895 werd mede door haar inspanningen een afdeling van de Vrouwenbond in Nederlands-Indië opgericht: de Vereeniging tot Bevordering van de Zedelijkheid in de Nederlandsche Overzeesche Bezittingen.

Voor de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898 organiseerden Marianne Klerck-van Hogendorp en Anna van Hogendorp samen met niet-protestantse vrouwen een congres over zedelijkheid: de Driedaagsche Samenkomst tot Bevordering der Openbare Zedelijkheid. Op dit congres sprak zij openlijk over de mannen die prostituees bezochten, dit waren ‘onze echtgenooten, onze broeders, onze vaders dikwijls”.

In 1898 nam zij het initiatief tot de vorming van een Nederlandse afdeling van de International Council of Women: de Nationale Vrouwenraad van Nederland waarvan zij de eerste presidente werd.

Rond 1900 verdween de reglementering van prostitutie, waarna de Vrouwenbond zich met andere organisaties richtte tegen vrouwenhandel en voor een wet tegen bordelen. Marianne Klerck-van Hogendorp was de mede-initiatiefneemster van een Nationaal Comité tot Bestrijding van den Handel in Vrouwen, dat in 1900 werd opgericht.

Marianne Klerck-van Hogendorp bleef actief tot haar gezondheid verslechterde. Zij stierf in 1909 tijdens een zomerreis in Zwitserland. Zij maakte de invoering van een bordeelwet en een verbod op vrouwenhandel in de zedelijkheidswetgeving in 1911 niet meer mee.

Website: Instituut voor Nederlandse Geschiedenis – biografie Hogendorp

Publicaties van Marianne Klerck-van Hogendorp:

– Eenige beschouwingen over Oost-Indische toestanden / [Mevr.] Klerck-van Hogendorp ; Vereeniging tot Bevordering der Zedelijkheid in de Nederlandsche Overzeesche bezittingen. (1898)
– Bespreking van het prostitutievraagstuk op de Openbare Vergadering van den Nationalen Vrouwenraad van Nederland te Rotterdam op 2 april 1902.
Literatuur over:
‘De ‘wereld’ van Reveilvrouwen, hun liefdadige actitiviteiten en het ontstaan van het feminisme in Nederland / Tineke de Bie en Wantje Fritschy. In: De eerste feministische golf : zesde jaarboek voor vrouwengeschiedenis (1985)
– Baanbreeksters. (1978)

Delen:

Gerelateerde artikelen