Johanna Naber – biografie
Johanna Naber was mede-oprichtster Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV, het huidige Atria). Zij was de dochter van Samuel Adrianus Naber, hoogleraar in de Griekse en Romeinse letteren en oudheden, en Anna Elizabeth L’Honoré. Johanna Naber bleef ongehuwd.
Wie: Johanna Naber
Alternatieve naam: Johanna Wilhelmina Antoinette Naber, Rechlindis
Geboortedatum: 25 maart 1859
Geboorteplaats: Haarlem, Nederland
Sterfdatum: 30 mei 1941
Plaats van overlijden: Den Haag, Nederland
Het leven en werk van Johanna Naber
Johanna Naber (geboren als Johanna Wilhelmina Antoinette Naber) was een actief feministe, ze beschreef als eerste de geschiedenis van de vrouwenbeweging en ze was één van de oprichtsters van het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV), waar het huidige Atria, kennisinstituut voor vrouwengeschiedenis en emancipatie, na fusies uit voort is gekomen.
Johanna ging na de lagere school naar de Amsterdamse Hogere Burgerschool voor meisjes in Amsterdam, waar het gezin Naber toen woonde. Daarna behaalde zij haar akte voor hulponderwijzeres en de lagere onderwijsakten voor Frans, Engels en Fraaie Handwerken. Zij wilde eigenlijk graag naar de universiteit, maar haar vader weigerde haar te laten gaan. Hij hield haar liever thuis waar zij onder zijn leiding studeerde en zich verder bekwaamde in huishoudelijke taken. Als ongehuwde vrouw werd Johanna geacht voor de huishouding van haar ouders en later haar ongehuwde broers te zorgen. Haar eigen flat kreeg ze pas toen ze 77 jaar was.
In 1887 trad Johanna voor het eerst naar buiten met een boek, onder het pseudoniem Rechlindis, over kunstnaaldwerk. Daarna ging zij onder haar eigen naam verder met publicaties over belangrijke vrouwen in de vroeg-moderne geschiedenis.
In 1896 meldde Johanna zich aan voor de organisatie van de Nationale Tentoonstelling Vrouwenarbeid, die in 1898 zou worden gehouden ter gelegenheid van de inhuldiging van koningin Wilhelmina. Tijdens de tentoonstelling was zij de redactrice en belangrijkste schrijfster van het tijdschrift ‘Vrouwenarbeid’. Wat zij tijdens de tentoonstelling hoorde en zelf aan activiteiten ondernam, maakte een enorme indruk op haar. Zij was voorgoed verbonden met de vrouwenbeweging.
Vrouwenkiesrecht
Johanna Naber was enige jaren hoofdbestuurslid van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VvVK), werd verantwoordelijk voor de contacten met de pers en bestuurslid van de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht. Haar mening wist zij zo overtuigend te brengen dat ook haar moeder lid werd van de VvVK en haar vader zijn verzet tegen het vrouwenkiesrecht opgaf en een welwillend artikel in De Gids schreef. Van 1917 tot 1922 was zij presidente van de Nationale Vrouwenraad en van daaruit ook betrokken bij de Internationale Vrouwenraad. In 1921 werd zij in de gemeenteraad van Amsterdam gekozen voor de Vrijheidsbond, een liberale partij.
Na het bereiken van het vrouwenkiesrecht in 1919, en de staatkundige gelijkstelling van de vrouw aan de man in 1922, ging Johanna Naber ervan uit dat de vrouwenbeweging nu niet meer nodig zou zijn.
In de jaren dertig kwam zij op dit standpunt terug. In 1910 had zij al gestreden tegen een wetsvoorstel om gehuwde vrouwen uit te sluiten van betaald werk en nu bleek dat opnieuw nodig. Naber schreef: “Wij mogen ons staatsburgerlijke recht van vrije zelfbeschikking niet prijsgeven door te dulden dat voor ons vrouwen als zodanig onze diploma’s en acten van benoeming worden afgestempeld met “alleen geldig in geval van celibaat.”” Na vele protesten werd, net als in 1910, het wetsvoorstel, om gehuwde vrouwen uit betaalde arbeid te weren, ingetrokken.
Johanna Naber bleef haar hele leven schrijven. In 1914 richtte zij De Nederlandsche Vrouwengids op, waarin artikelen verschenen over uiteenlopende vrouwenvraagstukken. In 1918 werd zij als eerste vrouw lid van het dagelijks bestuur van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. Ze beschreef in verschillende boeken en artikelen het leven van vroegere feministes en de ontwikkeling van de vrouwenbeweging. Met haar ‘Eerste Proeve van een Chronologisch Overzicht van de Geschiedenis der Vrouwenbeweging in Nederland’ legde zij de basis voor het latere standaardwerk ‘Van moeder op dochter’, van Willemijn Posthumus-van der Goot.
Door eigen historisch onderzoek, kende Johanna Naber het belang van het bewaren en beschikbaar stellen van historisch materiaal als brieven en dagboeken. Dat moet voor haar de basis geweest zijn om samen met Rosa Manus en Willemijn Posthumus-van der Goot over te gaan tot de oprichting van het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV). Zij wilde haar eigen archief testamentair nalaten aan het IAV, maar veranderde haar beschikking toen al het materiaal van het IAV in 1940 naar Duitsland verdween. Pas later is een groot deel van haar archief naar het toenmalige IIAV gekomen, dat nu Atria heet.
Op 25 mei 1941 stierf zij, 82 jaar oud.
Publicaties van Johanna Naber
– Het college van curatoren der stads armen scholen (1797-1860) en de Openbare Werk- en Leerschool voor Meisjes te Amsterdam. (1904)
– Rechlindis. Handleiding bij het kunstnaaldwerk. (1887)
– Wegbereidsters. (1909)
– Elizabeth Wolff-Bekker 1738-1804 en Agatha Deken 1741-1804. (1912)
– Na XXV jaar 1898-1923 : het feminisme in zijnen bloei en in zijne voleinding. (1923)
– Wat heeft het feminisme den Nederlandsche vrouw gebracht? Wat mag het daarom van deze verwachten. (1934)
Literatuur over:
– Van onze oudtantes : vijf historie-schrijfsters in woord en beeld / Maria Grever, Lilian van den Heuvel, Irene Verhiel, [et al.]. (1987)
– Het feminisme van Johanna Naber / Inge Cohen In: Socialisties-Feministiese Teksten 11 / Selma Sevenhuijsen, Jet Bussemaker, Kathy Davis. (1989)
– De kracht van de inwendige strijd : het biografisch oeuvre van Johanna W.A. Naber (1859-1941) / Maria Grever In: BMGN : Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis. (1990)
– De strijd tegen de stilte : Johanna Naber (1859-1941) en de vrouwenstem in geschiedenis : een wetenschappelijke proeve op het gebied van de Letteren / Maria Grever. (1994)
Archieven:
– Archief Naber, Johanna Wilhelmina Antoinette (1859-1941), Atria, kennisinstituut voor vrouwengeschiedenis en emancipatie te Amsterdam (huidige Atria).
– Archief J.W.A. Naber, Nabergenootschap te Bilthoven.
– Enige correspondentie in het Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag.