Betsy Thung Sin Nio
Betsy Thung Sin Nio was een arts, streed voor vrouwenkiesrecht in Nederlands-Indië, eerste vrouwelijk gemeenteraadslid van Jakarta (Indonesië).
Het leven en werk van Betsy Thung Sin Nio
Betsy Thung Sin Nio werd geboren als dochter van een van de tien rijkste Chinese families in Batavia, het huidige Jakarta. Haar vader was progressief, zodat hij – geheel tegen de gebruikelijke gang van zaken in de Chinese gemeenschap in – zijn dochter liet studeren. Voor haar opleiding moest ze naar Nederland. In Rotterdam begon ze in 1925 gelijktijdig aan de onderwijzersopleiding, eigenlijk het enige acceptabele beroep voor een vrouw uit haar kringen, en aan een universitaire studie Handelswetenschappen. Toen studiegenoten in Rotterdam haar voor haar verjaardag het boek ‘Herinneringen van Aletta Jacobs’ kado gaven, was zij daar zo door gefascineerd, dat zij Jacobs een brief schreef. Aletta Jacobs nodigde haar uit voor een gesprek, en zo werd ze geïntroduceerd in de feministische kringen waarvan onder andere ook Kee Groot en mevrouw Muntinga deel uitmaakten. Zij werd lid van de Vereniging voor Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsburgerschap. Betsy zette zich actief in voor kwesties die te maken hadden met arbeidsrecht en huwelijksgoederenrecht. Ze probeerde vrouwen ervan te overtuigen dat het verstandig was om onder huwelijkse voorwaarden te trouwen zodat haar echtgenoot niet over haar hele bezit en inkomen zou kunnen beschikken.
Wie: Betsy Thung Sin Nio
Geboortedatum: 22 mei 1902
Geboorteplaats: Batavia, Nederlands-Indië
Sterfdatum: 5 januari 1996
Plaats van overlijden: Eindhoven, Nederland
Betsy Thung Sin Nio studeerde economie tot 1932. In 1929 onderbrak zij haar studie om de bruiloft van haar zuster in Batavia bij te wonen. Ze bleef er enige tijd werken als vrouwelijke assistente van een arts. Zij werkten in de arme wijken van Batavia, waar de vrouwen kampten met armoede, geslachtsziekten en andere ondervoeding. Terwijl ze zich inzette voor de allerarmsten, richtte Thun Sin Nio in Batavia ook een internaat op voor rijke Chinese meisjes, zodat de drempel om te gaan studeren minder hoog zou worden. Zij was er directrice tot aan haar terugkeer naar Nederland.
Toen zij in 1931 naar Nederland terugkeerde om haar studie economie af te maken, begon Thung Sin Nio meteen aan een nieuwe studie: geneeskunde. Zij wilde zich, na haar ervaringen in Batavia, als vrouwelijke arts nuttig kunnen maken in haar geboorteland. Van 1931 tot 1938 studeerde zij medicijnen in Amsterdam. In die tijd was zij betrokken bij de pogingen van Catharina van Tussenbroek om een vrouwenpartij op te richten. Die partij kwam er uiteindelijk niet, volgens Thung Sin Nio zelf omdat vrouwen het huwelijk toch als het ideaal bleven beschouwen, en te weinig het belang van economische onafhankelijkheid inzagen.
Nederlands-Indië
In 1938, na haar artsexamen, keerde Thung Sin Nio terug naar Nederlands-Indië, waar zij als arts ging werken. Ook hier zette zij zich in voor de vrouwenzaak. In navolging van Willemijn Posthumus-van der Goot, zet zij in Jakarta een hutspotclub op, een eetvereniging voor vrouwen van verschillende standen, om elkaar beter te leren kennen. Aan het begin van de jaren veertig zette zij zich in voor het verkrijgen van kiesrecht voor Chinese en Indische vrouwen. In een interview uit 1978 vertelt zij dat zij ‘op haar dooie eentje’ duizenden handtekeningen verzamelde. Haar initiatief werd gehonoreerd, met de kanttekening dat Chinese en Indische vrouwen een stembiljet moesten aanvragen als zij wilden stemmen, terwijl Nederlandse vrouwen er automatisch een thuisgestuurd kregen.
Tijdens de Japanse bezetting richtte zij in Batavia een ziekenhuis op dat alleen werd gerund door vrouwen. Thung Sin Nio was naar eigen zeggen arts, hoofdverpleegster en psychiater tegelijk.
In 1947 werd zij schoolarts. Met de hulp van slechts één verpleegster had zij alle kinderen van Jakarta onder behandeling. Zij legde zich toe op het knippen van de amandelen, zodat de kinderen op school niet meer zouden ‘suffen’, en de lessen beter zouden kunnen volgen. Ook zorgde zij dat er schoolvoeding en schoolmelk van de Unesco kwamen.
Van 1949 tot 1951 was zij het eerste vrouwelijke gemeenteraadslid van Jakarta, ‘van een vrouwspartij uiteraard’, zoals zij later trots vermeldde.
Als Chinese had zij het in het Indonesië van na de oorlog steeds moeilijker, en in 1968 keerde zij definitief terug naar Nederland. Op 29 april 1983 werd zij benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.
Bronvermelding:
Thung Sin Nio, feministe van de eerste golf / Buuren, Hanneke van (1976)
dr. Thung ridder O.N. – In: Op gelijke voet, nr. 3 (1983)
Auteur biografie: Eva van der Plas
Archieven: Archief Betsy Thung Sin Nio (1902-1996) (Atria)