Aletta van Nu: Justine van de Beek
“Een pact om beeldvorming omtrent feminisme te verbeteren”, zo omschrijft twitterfeminist Justine van de Beek het platform Stellingdames.nl dat ze in de zomer van 2015 oprichte, samen met Anne Ardon. Onlangs heeft ze haar bachelor afgerond en volgt nu de minor mensenrechten aan de UvA. Op donderdag 26 oktober is zij een van de sprekers in het Atria-programma Vijftig jaar na het onbehagen.
Dit jaar is het 50 jaar geleden dat feministe Joke Smit ‘Het onbehagen bij de vrouw’ schreef. In het artikel behandelt Smit de achterstelling van (met name de gehuwde) vrouw. Wat vind jij het belangrijkste dat sinds die tijd is veranderd?
Dat vind ik een lastige vraag. Vorig jaar liep ik stage bij de Directie Emancipatie van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Toen heb ik het essay van Joke Smit bekeken ter voorbereiding op de uitreiking van de Joke Smitprijs. Zoveel dingen zijn nog steeds herkenbaar. Bijvoorbeeld de loonkloof. Joke Smit dacht dat die binnen een paar jaar wel opgelost zou zijn. Wat wel veranderd is, is dat in 1967 het merendeel van de getrouwde vrouwen thuisbleef, en in dienst stond van man en kinderen. Nu is het veel gewoner dat vrouwen buitenshuis werken.
Heel bizar vind ik dat ik nu nog steeds dezelfde tegenargumenten hoor als toen, bijvoorbeeld dat er toch biologische verschillen zijn tussen vrouwen en mannen.
En wat moet er nog gebeuren?
Er is nog steeds veel te doen. Bijvoorbeeld op het gebied van geweld tegen vrouwen is er nog weinig bewustzijn over hoeveel dit gebeurt. Ook de campagne van WOMEN Inc. over stereotiepe beeldvorming in de media is nog hard nodig. De politieke participatie kan veel beter en er moeten ook meer vrouwen in de top van bedrijven. Daarnaast zijn er ook nieuwe vormen van feminisme nodig waar geen wetgeving voor in te voeren is. Zo heb ik onlangs mijn bachelorscriptie afgerond over slutshaming: iemand een slet of hoer noemen, op basis van bepaald seksueel gedrag, en in minder mate kleding en make-up. Om hier iets aan te doen is bewustwording vereist. Ik noem het zelf ‘micro-activisme’: het aanspreken van mensen in je omgeving als zij zich schuldig maken aan slutshaming.
Naast bewustwording is in het ‘nieuwe’ feminisme ook kennisverspreiding nodig.
Hoe draag jij hieraan bij?
In het begin van Stellingdames schreven mede-oprichtster Anne en ik veel stukken aan de hand van de actualiteit, om zo een breder punt te maken. Tegenwoordig schrijven we minder en geven we meer lezingen, bijvoorbeeld bij jongerenorganisaties. Super inspirerend! We spreken er ook over in andere media, en daarnaast twitteren we veel over seksisme, maar daar krijg je helaas ook veel rotzooi over je heen.
Ik merk dat er nu meer media-aandacht is voor feministische onderwerpen. Het onderwerp leeft. Zo hield ik samen met genderwetenschapper Maaike Meijer vorige week een lezing over Feminisme 3.0 bij de Universiteit Utrecht. De zaal zat helemaal vol, met 300 mensen waaronder veel jonge studenten. Er moesten mensen worden weggestuurd!
Ik vraag altijd aan de zaal wie zich een feminist noemt en bijna iedereen stak zijn hand op. Opvallend, een jaar geleden was dat hooguit de helft van de zaal. Reden tot optimisme.
Intersectionaliteit is hier nog wel vaak een verbeterpunt. Ik merk dat als een evenement meer vrouwen van kleur in het programma heeft, er ook een diverser publiek in de zaal zit. Rolmodellen en inclusiviteit zijn erg belangrijk: daar moet ik als witte vrouw scherp op blijven.