Hot maar niet sexy: over geweld tegen vrouwen, discriminatie en duurzaamheid
Secretaris-generaal Ban Ki-moon van de VN wond er in zijn openingsspeech van de 60ste vergadering van de Commission on the Status of Women (CSW) maandag in New York geen doekjes om: geweld tegen vrouwen is een ‘pandemie’. De cijfers van de WHO liegen er niet om. Tenminste de helft van alle vrouwen en meisjes wereldwijd maakt een of meerdere vormen van geweld mee. Een op de drie vrouwen wordt ooit in haar leven fysiek of seksueel mishandeld door haar man of vriend. Het besef van urgentie is binnen de VN groeiend. Zie de erkenning (1993) dat geweld tegen vrouwen een schending is van mensenrechten, het VN Beijing Platform for Action (1996) waar geweld als een van de twaalf werkgebieden is benoemd, de slotverklaring van CSW57 die speciaal was gewijd aan preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen en de rapporten van de opeenvolgende VN Speciale Rapporteurs over geweld tegen vrouwen. “Gender based violence is the worst form of gender-inequality”, aldus de kernachtige samenvatting door de voorzitter van het EU-panel afgelopen dinsdag. Gendergerelateerd geweld is ‘review thema’ dit jaar. Dus draait het om de vraag: waar staan we, na alle goede voornemens, resoluties en afspraken over de aanpak van geweld tegen vrouwen als ultieme vorm van discriminatie?
Neutraal begrippenkader
In Nederland zal dit sommigen misschien verbazen. Daar neemt het gebruik van een genderneutraal begrippenkader juist toe, zeker in justitiële kringen (populair argument: de wet is genderneutraal). De angel van gender wordt daarmee uit het geweldprobleem gehaald. Geweld is gericht tegen kwetsbare ‘mensen’ – mannen, transgenders, kinderen, ouderen, en ja: ook vrouwen. Maar de vraag of en hoe vrouwen in het bijzonder kwetsbaar zijn dreigt daarmee buiten beeld te raken.
Gendergerelateerd geweld aanpakken
Hier tijdens de CSW60 is die specifieke kwetsbaarheid van vrouwen het startpunt: geweld treft vrouwen (helaas)disproportioneel veel vaker dan mannen. En het krijgt nieuwe vormen. De sessies gewijd aan de invloed van nieuwe digitale technologie op geweld tegen vrouwen puilen uit. En bij presentaties over de huidige brandhaarden en de positie van vluchtelingen wordt erop gehamerd dat vrouwen extra kwetsbaar zijn om slachtoffer te worden van seksueel geweld en mensenhandel. Ook Minister Bussemaker, als vertegenwoordiger van het Nederlandse EU-voorzitterschap onderstreepte dinsdag dat gendergerelateerd geweld niet mag worden losgekoppeld van het grotere vraagstuk van economische zelfstandigheid van vrouwen. De EU-commissaris voor (onder andere) gender equality – Vera Jourova – wees erop dat geweld tegen vrouwen samenhangt met gender-ongelijkheid. Het is te hopen dat dit in het strategisch document over gender equality 2016-2019- dat de Europese Commssie hoopt af te ronden- prominent aandacht krijgt. De vertegenwoordiger van de commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid (FEMM-commissie) uit het Europese Parlement bepleitte een Europees Observatorium over geweld tegen vrouwen. En natuurlijk werd de Istanbul Conventie van de Raad van Europa over preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen herhaaldelijk genoemd als mijlpaal. In Nederland is de Conventie per 1 maart in werking. Kortom: er liggen genoeg inspirerende mogelijkheden in het verschiet om gendergerelateerd geweld aan te pakken. Geweld is nooit een sexy topic geweest, maar het wordt politiek hot, zeker hier in New York.
Van 14 t/m 24 maart 2016 is de 60e zitting van de VN-Commission on the Status of Women (CSW) in New York. Atria houdt u op de hoogte via facebook, twitter en linkedin, en met dagelijkse blogs.
Renée Römkens is directeur van Atria. Namens Atria is zij aanwezig bij CSW60.