Onder de grote rivieren – in het katholieke gedeelte van Nederland – hing dit bordje in de bus. Het bordje had een prominente plek bij de buschauffer, naast de bordjes ‘Verbandtrommel voorin’ en ‘Gelieve niet met de chauffeur te spreken’.

Verder werden er mouwbanden gedragen door vrouwen die bij de aankomst van treinen en boten uitzagen naar meisjes die hulp of voorlichting konden gebruiken (zie foto).
De adressen waar de meisjes heen dachten te gaan werden gecontroleerd op betrouwbaarheid, en indien nodig werd er ander onderdak verzorgd. Het doel was te voorkomen dat meisjes – zonder onderscheid van nationaliteit, godsdienst, beroep of klasse – in verkeerde handen vielen. Het werd Stationswerk genoemd en in 1902 werd de eerste post op het Centraal Station in Amsterdam geopend.

Stationswerk in actie, Collectie IAV-Atria

In 1943 werd het stationswerk door de Duitsers verboden vanwege de hulp van de verenigingen aan Joodse vluchtelingen. De stationsjuffrouw verdween hiermee voorgoed van het perron. Dit Stationswerk zijn twee voorbeelden van het werk van de Federatie van R.K. Vereenigingen ter Bescherming van Meisjes in Nederland en de (protestantse) Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Jonge Meisjes ‘Union’.

Bron: Archief Union